Aansprakelijkheid bestuurder stichting: De bestuurder van een stichting, opgericht door een notariële akte, is slechts in uitzonderingsgevallen aansprakelijk voor schulden van de stichting.
De wet beschermt de bestuurders van de bij notariële akte opgerichte stichting. De bestuurders zijn niet in privé aansprakelijk voor schulden van de stichting. De formeel opgerichte stichting heeft volledige rechtspersoonlijkheid. De stichting gaat zelf verplichtingen aan. De stichting zelf is verantwoordelijk voor de verplichtingen van de stichting en niet het bestuur of de bestuurders. Bij informele stichtingen, stichtingen zonder volledige rechtsbevoegdheid die niet zijn opgericht met een notariële akte en als er sprake is van onbehoorlijk bestuur is de bestuurder wel aansprakelijk voor schulden van de stichting. Bestuurders zijn aansprakelijk als zij schade konden voorkomen en we mochten verwachten dat de bestuurder de schade voorkwam. Bij onbehoorlijk bestuur gaat het in de praktijk vaak om het niet nakomen van verplichtingen omtrent het bijhouden van een deugdelijke boekhouding of om een schuld van een failliete stichting.
Let op! Aansprakelijkheid van de bestuurder van een stichting wegens onbehoorlijk bestuur is uitzonderlijk. Alleen bij hoge uitzondering is een bestuurder aansprakelijk voor schulden van een stichting.
Wat is een stichting
Een stichting is een rechtspersoon die een bepaald doel nastreeft. Dit doel blijkt uit de statuten van de stichting. De stichting heeft geen winstoogmerk. Dit betekent dat de stichting geen winst uitbetaalt. De stichting gebruikt haar middelen voor het doel waartoe de stichting is opgericht. Uiteraard kan de stichting wel vergoedingen betalen aan bestuursleden of loon aan werknemers van de stichting. Een stichting heeft in tegenstelling tot een vereniging geen leden.
In de praktijk worden stichting voor allerlei doelen opgericht en gebruikt. Veel stichtingen zijn ook commercieel en worden wel degelijk gebruikt om winst te maken. De stichting is dus lang niet altijd een ideële organisatie. De rijkste stichting ter wereld is bijvoorbeeld de INGKA stichting. Deze Nederlandse Stichting is een onderdeel van IKEA. Doel van de stichting en de bedrijfsstructuur waar zij deel van uitmaakt, is de belasting laag houden en overname bemoeilijken, zodat het bedrijf in handen van de oprichters blijft.
Niet-commerciële stichtingen
We onderscheiden niet-commerciële stichtingen en commerciële stichtingen. De niet-commerciële stichting betaalt geen vennootschapsbelasting. Een stichting is commercieel als de stichting een onderneming drijft. Een onderneming is een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal die deelneemt aan het economische verkeer en met die activiteiten winst beoogt. Ook als de activiteiten van een stichting concurreren met activiteiten van een ondernemer is de stichting commercieel.
Anti-misbruikwetgeving is alleen van toepassing op commerciële stichtingen. De anti-misbruikwetgeving breidt de bestuurdersaansprakelijkheid uit. De aansprakelijkheid van bestuurders van een niet-commerciële stichting is dus beperkter.
Interne en externe aansprakelijkheid stichting
De bestuurder die onbehoorlijk bestuurt is intern en extern aansprakelijk. Zowel de (bestuurde) stichting als een derde kan een vordering hebben op de bestuurder. Met interne aansprakelijkheid bedoelen we dat de stichting haar eigen bestuurder aanspreekt voor een schuld van de stichting. Met externe aansprakelijkheid bedoelen we dat een derde de bestuurder aanspreekt voor een schuld van de stichting.
Collectieve en hoofdelijke aansprakelijkheid
Het bestuur is collectief verantwoordelijk voor haar bestuur. De individuele bestuursleden zijn verantwoordelijk voor het handelen van het gezamenlijk bestuur. Een bestuurder is dus ook verantwoordelijk voor fouten van de overige bestuursleden. De bestuurders zijn bovendien hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat een individueel bestuurslid aansprakelijk is voor de volledige schade van een handeling van het bestuur.
Onbehoorlijk bestuur stichting
Het bestuur van een stichting kan aansprakelijk zijn voor schulden ontstaan door onbehoorlijk bestuur. Dat bestuurders van een rechtspersoon aansprakelijk zijn voor schulden door onbehoorlijk bestuur staat in artikel 2:9 Burgerlijk Wetboek. Wat onbehoorlijk bestuur is, staat niet in de wet. Uit de jurisprudentie, uitspraken van rechters, blijkt wanneer bestuur onbehoorlijk is. Voorbeelden van onbehoorlijk bestuur door het bestuur van een stichting zijn:
- Geen deugdelijke boekhouding bijhouden (geen boekhouding bijhouden, niet of te laat opmaken jaarrekening, niet publiceren jaarrekening, het geven van een onjuist beeld van de financiële situatie van de vereniging in het jaarverslag);
- Het niet (tijdig) informeren van een toezichthouder;
- Handelen in strijd met het doel van de stichting;
- Het aangaan van mondelinge verplichtingen of te wel overeenkomsten niet schriftelijk vastleggen;
- Niet voldoen aan de voorwaarden van een subsidie (De subsidie moet dan worden terugbetaald);
- Het aangaan van verplichtingen die de stichting niet kan nakomen (bijvoorbeeld als een faillissement dreigt);
- Onvoldoende aandacht voor de financiële situatie van de stichting (kredietbewaking);
- Het voortrekken /selectief betalen van schuldeisers in een slechte financiële situatie;
- Te lang wachten met het aanvragen van een faillissement waardoor de schulden oplopen;
- Het negeren van tegenstrijdige belangen;
- Het aannemen van zwart geld of het betalen met zwart geld;
- Het verstrekken van leningen zonder voldoende zekerheid;
- Wanbeleid door ondeskundigheid, besluiteloosheid of door het ontbreken van een goede voorbereiding bij het nemen van een besluit;
- Geen reservering maken voor een voorzienbare naheffing vennootschapsbelasting;
- Ongerechtvaardigde persoonlijke verrijking.
Aansprakelijkheid toezichthouders stichting
De hoofdtaken van toezichthouders zijn advisering en toezicht. Tegenwoordig verwachten we dat een toezichthouder, bijvoorbeeld een Raad van toezicht/commissarissen, actief optreedt. Ook een toezichthouder kan aansprakelijk zijn voor de schulden van een stichting.
Faillissement stichting
Ook een stichting kan failliet gaan. De stichting zelf of een schuldeiser kan het faillissement aanvragen. De rechter die het faillissement van de stichting uitspreekt, benoemt een curator. De curator handelt de financiën van de stichting af. Ook de curator kan het bestuur van de stichting aansprakelijk stellen wegens onbehoorlijk bestuur.
Aansprakelijkheid voorkomen als bestuurder van een stichting
Neem de volgende regels in acht om aansprakelijkheid als bestuurder van een stichting te voorkomen:
- Richt de stichting op bij notariële akte. De bestuurders van een informele vereniging is altijd in privé aansprakelijk;
- Blijf binnen de bevoegdheden die u als bestuurder heeft;
- Zorg dat u inzicht heeft in het werk van uw mede bestuursleden. U draagt namelijk ook verantwoordelijkheid voor fouten van uw mede bestuurders;
- Denk na over het afsluiten van een verzekering om uw privé vermogen te beschermen.
Uw zaak bespreken
Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Of wilt u uw situatie bespreken met een deskundige. Neem contact op. Wij helpen u graag verder. Bel naar 0800-4455000. Stuur een e-mail naar info@hijink.com. Of gebruik het onderstaande contactformulier. Vul uw gegevens in, zodat wij contact met u kunnen opnemen.