Samenloop schadevergoeding strafzaak en civiele zaak

Als letselschade ontstaat door een misdrijf dan kan het slachtoffer een schadevergoeding eisen in de strafzaak tegen de verdachte. De strafrechter kan de vordering van het slachtoffer (gedeeltelijk) niet-ontvankelijk verklaren als de behandeling van de schadeclaim te ingewikkeld is. Uit het vonnis van de strafrechter moet blijken of de schadevergoeding helemaal is afgehandeld door de strafrechter of dat een civiele/burgerlijke procedure nog mogelijk is.

Of er na een strafzaak nog een mogelijkheid bestaat om een (hogere) schadevergoeding te vragen in een civiele procedure is niet altijd duidelijk. Als de strafrechter de letselschadeclaim beoordeelt, kan het slachtoffer beroep instellen tegen het strafvonnis. Als de strafrechter de schadeclaim niet inhoudelijk beoordeelt (niet-ontvankelijk verklaart), kan het slachtoffer een procedure beginnen bij de burgerlijk rechter. Door gratis een letselschade advocaat in te schakelen weet u zeker dat u uw schadeclaim aan de juiste rechter voorlegt.

Gratis advies en rechtshulp bij letselschade

Hijink Advocaten is lid van het Nationaal Keurmerk Letselschade

Vul het contactformulier in voor een terugbelverzoek

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Voegen als benadeelde partij in een strafproces

    Het slachtoffer van een misdrijf kan in de strafzaak tegen de verdachte een schadevergoeding eisen. De juridische term hiervoor is voegen. Het slachtoffer voegt zich als benadeelde partij in het strafproces. De strafrechter beoordeelt in dat geval zowel de strafbaarheid van de dader als het recht op een schadevergoeding.

    Civiele schadevergoeding na strafzaak

    In een strafzaak bepaalt de rechter dat het slachtoffer € 17.436,67 schadevergoeding krijgt (vermeerderd met wettelijke rente). Dit bedrag bestaat uit € 2.436,76 voor materiële- en € 15.000 voor immateriële schade (smartengeld).

    Het slachtoffer vindt dat hij een hogere schadevergoeding verdient en gaat naar de civiele rechter. De civiele rechter wijst nogmaals € 15.000,– aan smartengeld toe. De dader gaat in beroep tegen het vonnis. Het gerechtshof beoordeelt of er in dit geval nog een mogelijkheid bestond voor de civiele rechter om een (hogere) schadevergoeding toe te wijzen. De vraag is dus of de schadevergoeding was afgehandeld in de strafzaak of dat er nog een mogelijkheid bestaat om het recht op een schadevergoeding door de civiele rechter te laten beoordelen.

    Schadevergoeding straf en civiele procedure

    In een strafzaak zijn de partijen het openbaar ministerie (OM) en de verdachte. Het slachtoffer kan zich als benadeelde partij voegen in de strafzaak en een schadevergoeding eisen. De strafrechter beoordeelt in dat geval de strafbaarheid van de verdachte en het recht op een schadevergoeding van het slachtoffer.

    In de civiele procedure beoordeelt de rechter een vordering van de eiser tegen de gedaagde. De civiele rechter mag geen oordeel geven over de schadeclaim voor zover deze door de strafrechter al inhoudelijk is beoordeelt.

    Rechtstreekse schade door strafbaar feit

    De strafrechter kan een schadevergoeding toewijzen als de verdachte wordt veroordeeld en het slachtoffer schade heeft geleden door het strafbare feit:

    “De benadeelde partij kan in het strafproces vergoeding vorderen van de schade die zij door een strafbaar feit heeft geleden indien tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade voldoende verband bestaat om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden.”

    Onevenredige belasting van het strafgeding

    De rechter beoordeelt de schadevergoeding van het slachtoffer niet altijd. Als de vordering de strafzaak onevenredig belast dan behandelt de rechter de vordering niet. In de strafzaak kan ook een deel van de schadevergoeding worden beoordeeld. Als de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, kan de rechter de benadeelde partij (gedeeltelijk) niet-ontvankelijk verklaren:

    “Als de rechter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, niettemin van oordeel zou zijn dat in een bepaald geval een vordering tot vergoeding van schade gesplitst dient te worden, zal dat voldoende duidelijk moeten blijken uit de gegeven beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering.”

    Wanneer de rechter de schadeclaim niet-ontvankelijk verklaart, moet het slachtoffer naar de civiele rechter voor (een deel van) de schadevergoeding.

    Wat is onevenredige belasting van het strafgeding?

    De rechter beslist of de vordering van het slachtoffer de strafzaak onevenredig belast. Van onevenredige belasting van het strafgeding kan bijvoorbeeld sprake zijn:

    • Als de vordering te complex is en daardoor te veel tijd in beslag neemt;
    • De strafrechter denkt dat partijen onvoldoende tijd hebben om de vorderingen en verweren toe te lichten;
    • Er onduidelijkheid bestaat over de mate van eigen schuld (de handelingen van het slachtoffer die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade).

    Hoger beroep strafzaak tegen afwijzen schadevergoeding

    In deze rechtszaak stapt het slachtoffer na de strafzaak naar de civiele rechter. Het gerechtshof bepaalt in die procedure dat de schadevergoeding al door de strafrechter is beoordeeld. Er is daarom geen mogelijkheid voor de civiele rechter om (nogmaals) een schadevergoeding toe te wijzen. Als de strafrechter de vordering inhoudelijk beoordeelt en afwijst, kan het slachtoffer wel hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de strafrechter:

    “Uit de wetgeschiedenis van artikel 421 lid 4 Sv volgt dat deze bepaling een rechtsmiddel biedt aan de benadeelde partij van wie de vordering in de strafzaak ontvankelijk is bevonden en waarvan de behandeling (dus) geen onevenredige belasting van het strafgeding opleverde, maar van wie de vordering op inhoudelijk gronden geheel of gedeeltelijk is afgewezen (vgl. HR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1688).”

    In deze zaak had het slachtoffer beroep moeten instellen in de strafzaak om de hoogte van de schadevergoeding opnieuw te laten beoordelen. Omdat de strafrechter de hele schadeclaim beoordeelde, mag de civiele rechter hierover geen uitspraak doen.

    Samenloop schadevergoeding strafzaak en civiele zaak

    Hoe weet ik of ik na de strafzaak naar de civiele rechter kan voor een hogere schadevergoeding?

    De rechter moet zijn uitspraak over de vordering van het slachtoffer motiveren. Uit het vonnis in de strafzaak moet ook blijken of (een deel van) de schadeclaim niet-ontvankelijk is verklaard. Of er een mogelijkheid is voor de benadeelde partij die zich heeft gevoegd in het strafproces om naar de burgerlijk rechter te gaan, moet dus blijken uit de tekst van het vonnis in de strafzaak.

    Bespreek uw schadevergoeding

    Neem contact op om direct duidelijkheid te krijgen over uw schadevergoeding. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of gebruik het onderstaande contactformulier.

      Uw naam
      Uw telefoonnummer
      Uw e-mailadres

      Bron: Gerechtshof Amsterdam 9 augustus 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2325

      Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

      Bekijk onze database

      Schrijf u in voor onze nieuwsbrief