Wordt smartengeld ingehouden op een bijstandsuitkering?

Wordt smartengeld ingehouden op een bijstandsuitkering: Of het redelijk is om smartengeld in mindering te brengen op een bijstandsuitkering is afhankelijk van de vraag of het smartengeld gedeeld door de periode waar het smartengeld op ziet verantwoord is uit het oogpunt van de bijstandsverlening. € 125,– smartengeld per maand is volgens de CRvB een bedrag dat niet op een bijstandsuitkering in mindering hoeft te worden gebracht.

De Participatiewet is de wettelijke basis voor de bijstandsuitkering. Een bijstandsuitkering aanvragen is mogelijk als inkomen en vermogen lager zijn dan een bepaald bedrag. Voor het recht op een bijstandsuitkering is daarom van belang wat gezien moet worden als inkomen en vermogen. Bij letselschade kan de vraag spelen of het smartengeld tot het vermogen behoort en daarom moet worden ingehouden op de uitkering. De CRvB bepaalde in een recente uitspraak dat we het smartengeld moeten beoordelen in verhouding tot de levensverwachting van de ontvanger. Dit doen we door het smartengeld te delen door de levensverwachting in maanden. Vervolgens moet worden vastgesteld of het redelijk is om het maandbedrag buiten de berekening van de bijstand te houden.

Wordt smartengeld ingehouden op een bijstandsuitkering

Beoordelingskader inhouden smartengeld op bijstand

Een letselschadevergoeding is niet van belang voor het recht op bijstand voor zover het ontvangen van het bedrag uit het oogpunt van de bijstandsverlening verantwoord is. Wat verantwoord is, blijkt niet direct uit de wet. De verstrekker van de bijstand heeft veel vrijheid om te bepalen wat verantwoord is, maar moet wel een redelijk en gemotiveerde beslissing nemen:

‘Ingevolge artikel 31, tweede lid, aanhef en onder m, van de PW is bepaald dat andere
dan de in onderdeel 1 bedoelde vergoedingen voor materiële en immateriële schade niet tot de
middelen van de betrokkene worden gerekend voor zover deze naar het oordeel van het
college uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn. Bij de beoordeling van de
vraag of ontvangen schadevergoeding al dan niet tot de middelen van de betrokkene worden
gerekend heeft het college dus een zekere beoordelingsvrijheid. Deze beoordelingsvrijheid
houdt onder meer in dat het college vrij is te bepalen of en zo ja welk deel van de ontvangen
schadevergoeding in aanmerking wordt genomen.’

Immateriële schadevergoeding voor blijvende letselschade

De CRvB oordeelt dat smartengeld bij blijvend letsel een vergoeding is voor de rest van het leven. We delen daarom het smartengeldbedrag door het aantal jaren dat het slachtoffer (naar verwachting) nog leeft. Voor de levensverwachting kunnen eventueel gemiddelden worden gebruikt. De bijstandsverstrekker moet vervolgens beoordelen of het jaarbedrag (smartengeld gedeeld door aantal te verwachten levensjaren) verantwoord is in verband met de bijstandsverlening:

‘In geval van vergoedingen voor letselschade waarbij sprake is van blijvende schade
moet aan die bijzondere situatie voor de afweging om ontvangen immateriële
schadevergoeding wel of niet aan te merken als middelen zwaarwegende betekenis worden
toegekend. In die situatie staat namelijk een aantal van de hiervoor genoemde aspecten die
betrokken moeten worden bij de beoordeling, vast. Een vergoeding voor immateriële schade
is in die situatie in beginsel bedoeld voor het resterende deel van het leven van de betrokkene
om steeds tegemoet te komen aan de gevolgen van het blijvende letsel. Daarom moet dat
bedrag ook toegerekend worden aan die periode. Voor de vraag of (een deel van) de
ontvangen immateriële schadevergoeding vanuit een oogpunt van bijstandsverlening
verantwoord uitgezonderd kan worden van de middelen moet daarom worden uitgegaan van
het ontvangen bedrag aan immateriële schadevergoeding gedeeld door het aantal jaren waarin
een betrokkene naar verwachting te leven heeft. Dit bedrag per jaar is bepalend voor de vraag
of het uitzonderen van de middelen van de ontvangen immateriële schadevergoeding vanuit
een oogpunt van bijstandsverlening al dan niet verantwoord is.’

Beoordeling bijstand en smartengeld in specifiek geval

De vrouw was bij het ongeval 56 jaar oud. Op grond van gemiddelden is het aannemelijk dat de vrouw 86 jaar oud wordt. Het bedrag van € 45.000,– betekent daarom een bedrag van € 1.500,– per jaar ofwel € 125,– per maand. De CRvB vindt dat dit bedrag dusdanig laag is dat het college van B&W niet in redelijkheid kan oordelen dat dit bedrag uit het oogpunt van bijstandsverlening onverantwoord is:

‘In het geval van appellant gaat het om een immateriële schadevergoeding voor
letselschade als gevolg van het onder 1.1 genoemde ongeval. Niet in geschil is dat appellant
tijdens het ongeval ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen. Appellant had ten tijde van dit
ongeval een leeftijd van 56 jaar. De gestelde – en niet betwiste – statistische eindleeftijd van
appellant is 86 jaar. Dit betekent dat appellant, met het aan hem toegekende bedrag aan
immateriële schadevergoeding van € 45.000,-, een periode van dertig jaar moet overbruggen.
Dit komt neer op een bedrag van € 1.500,- per jaar, dus € 125,- per maand. De (beperkte)
hoogte van dit bedrag, de aard en bijzondere bestemming van de ontvangen immateriële
schadevergoeding, afgezet tegen de aan appellanten toegekende (aanvullende) bijstand naar
de norm voor gehuwden, maken dat het college in redelijkheid niet tot het oordeel had kunnen
komen dat de immateriële schadevergoeding in geval van appellanten uit het oogpunt van
bijstandverlening onverantwoord is.’

Toepassing uitspraak bij letsel dat geneest

De uitspraak ziet op smartengeld voor blijvend letsel, maar ook bij letsel dat restloos geneest, lijkt toepassing van de uitspraak mogelijk. In dat geval kan immers ook worden vastgesteld op welke periode het smartengeld ziet en of het jaar/maandbedrag in verhouding staat tot de bijstandsuitkering. Maar bij letsel dat geneest, is het smartengeld meestal niet dusdanig hoog dat dit een probleem oplevert met de vermogenstoets bij de bijstandsuitkering.

Bespreek uw smartengeldvergoeding

Onze letselschade advocaten geven u direct inzicht in uw recht op smartengeld. Bovendien is juridische hulp gratis als u recht heeft op een letselschadevergoeding. Neem contact op. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of gebruik het onderstaande contactformulier.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.recht.nl

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten