Reflexwerking artikel 185 WVW: De wet beschermt fietsers en voetgangers tegen het gevaar van gemotoriseerde verkeersdeelnemers. Na een aanrijding met een motorrijtuig kan de fietser of voetganger een beroep doen op artikel 185 WVW, waardoor in ieder geval de helft van de schade wordt vergoed. Fietsers en voetgangers kunnen ook een beroep doen op artikel 185 WVW als zij aansprakelijk worden gesteld voor de schade van een gemotoriseerde verkeersdeelnemer. Dit noemen we de reflexwerking van artikel 185 WVW.
Met de reflexwerking van artikel 185 WVW bedoelen we dus dat de eigenaar van een motorvoertuig in vrijwel alle gevallen een deel van de schade draagt die ontstaat door een fietser.
Wat is de reflexwerking van artikel 185 WVW?
De eigenaar van een motorrijtuig krijgt door de reflexwerking van artikel 185 WVW in beginsel geen volledige vergoeding voor schade die is veroorzaakt door een fietser of voetganger. De reflexwerking van artikel 185 WVW betekent dus dat we (zonder bewijs) aannemen dat er sprake is van eigen schuld als een gemotoriseerde verkeersdeelnemer schade oploopt door een zwakke verkeersdeelnemer (fietser of voetganger).
Als er sprake is van overmacht aan de zijde van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer dan is de ongemotoriseerde wel volledig aansprakelijk voor de schade.
Volledige schadevergoeding voor de gemotoriseerde is ook op grond van de causaliteitsverdeling na toepassing van een billijkheidscorrectie wel mogelijk.
Spoorboekje artikel 185 over de reflexwerking
In het Spoorboekje artikel 185 WVW staat het volgende over de reflexwerking:
‘Vordert de gemotoriseerde schadevergoeding van de ongemotoriseerde, dan wordt eerstgenoemde ook geconfronteerd met art. 185 WVW, oftewel de reflexwerking. Ook nu rust op de gemotoriseerde de bewijslast van overmacht c.q. eigen schuld van de ongemotoriseerde. De 50%- en 100%-regel reflecteren niet. Het is dus zaak om, indien overmacht niet aannemelijk is, de causale verdeling vast te stellen en vervolgens de billijkheidscorrectie toe te passen die het resultaat van de causale verdeling mogelijk aanpast. Het element ‘Betriebsgefahr’ zal bij de laatste stap alleen in het nadeel van de gemotoriseerde kunnen werken. Nooit in diens voordeel. In het voordeel van de gemotoriseerde kan werken de ernst van het letsel dat hij mogelijk heeft opgelopen en het verzekerd zijn van de aansprakelijkheid van de ongemotoriseerde.’
Hoe werkt de reflexwerking van artikel 185 WVW
Voor de toepassing van de reflexwerking van artikel 185 WVW stellen we min of meer de volgende vragen:
- Is artikel 185 WVW van toepassing (ongeval waarbij een motorvoertuig en een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer is betrokken)?
- Is er sprake van overmacht aan de kant van de gemotoriseerde?
- Welke verkeersfouten/verkeersgedragingen veroorzaakten de aanrijding/schade?
- Is er reden om een billijkheidscorrectie toe te passen?
Beoordeling schadeclaim gemotoriseerde op fietser
In een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juni 2020 beoordeelt de rechter een schadeclaim van een bestuurder van een motorvoertuig tegen een fietser. De rechter begint met een beschrijving van de reflexwerking:
‘De reflexwerking van artikel 185 WVW houdt in dat bij een aanrijding tussen een motorrijtuig en een fietser waarbij schade wordt toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig of aan het motorrijtuig zelf, de schade, óók als de fietser schuld heeft aan de aanrijding, in beginsel voor een gedeelte voor rekening blijft van de eigenaar van het motorrijtuig. Behalve als er sprake is van overmacht aan de zijde van de gemotoriseerde, dan is de ongemotoriseerde aansprakelijk.’
Welk deel van de schade blijft voor rekening gemotoriseerde
Een deel van de schade blijft door de reflexwerking voor rekening van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. De vraag is welke gedeelte. Hiervoor kijken we naar de causaliteitsverdeling. Hiermee bedoelen we in welke mate het verkeersgedrag van de betrokken partijen het verkeersongeval veroorzaakte. Na de verdeling van de causaliteit kan een billijkheidscorerectie worden toegepast:
‘Het antwoord op de vraag voor welk gedeelte, hangt af van de causaliteitsafweging en eventuele billijkheidscorrectie die in het kader van artikel 6:101 lid 1 BW dient te worden gemaakt. Daaruit kan voortvloeien dat de gehele schade van de gemotoriseerde door de ongemotoriseerde moet worden vergoed.’
50% en 100% regel niet van toepassing bij reflexwerking artikel 185
Als de fietser of voetganger schade vordert van een gemotoriseerde verkeersdeelnemer krijgen slachtoffer jonger dan 14 100% van de schade vergoed en50% van de schade van oudere verkeersdeelnemers. De 50- regel en 100%-regel zijn niet van toepassing als een beroep wordt gedaan op de reflexwerking van artikel 185 WVW. Een beroep op de reflexwerking van artikel 185 WVW betekent daarom niet dat in ieder geval de helft van de schade voor eigen rekening van de bestuurder van het motorvoertuig blijft:
‘De door Hoge Raad in het kader van artikel 185 WVW en de kwalificatie van overmacht ontwikkelde 100%-regel en 50%-regel zijn niet van overeenkomstige toepassing in deze situatie. Dit toetsingskader volgt onder meer uit de arresten van de Hoge Raad van 6 februari 1987 (NJ 1988, 57 [naam]) en van 4 mei 2001 (NJ 2002, 214 / [naam]).’
Fiets met trapondersteuning
De laatste jaren verandert er veel op de Nederlandse fietspaden. In de wet staat dat fietsen met trapondersteuning geen motorvoertuigen zijn. Artikel 185 WVW is alleen van toepassing op gewone fietsen en fietsen met trapondersteuning. Voordat u een beroep op artikel 185 WVW accepteert, is het daarom altijd verstandig te (laten) beoordelen of er sprake is van een aanrijding tussen een gemotoriseerde en een ongemotoriseerde weggebruiker.
Reflexwerking bespreken met een letselschade advocaat
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of gebruik het onderstaande contactformulier als u wilt dat wij contact met u opnemen.
Bron: Rechtbank Midden-Nederland 17 juni 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:2505