Voorschot inkomensschade in kort geding: In een kort geding procedure vraagt het slachtoffer aan de rechter om de aansprakelijke partij te veroordelen om een voorschot te betalen voor inkomensverlies.
In juni 2019 wordt het slachtoffer op de scooter aangereden door een auto. In december 2021 spreken partijen tijdens een rechtszitting af dat de aansprakelijke verzekeraar € 40.000,00 betaalt voor het verlies aan verdienvermogen tot en met januari 2022 en vanaf februari 2022 betaalt de aansprakelijke verzekeraar maandelijks € 1.300,– bij wijze van voorschot. Op 9 mei 2022 wordt vastgesteld dat het slachtoffer naast letsel aan zijn been en schouder ook twee gebroken ruggenwervels heeft. In juli 2023 stopt de verzekeraar met het betalken van voorschotten, omdat de arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer op dat moment niet (langer) het gevolg is van het ongeval.
Het slachtoffer vraagt aan de rechter in een kort geding procedure om de verzekeraar te verplichten om de betaling van de voorschotten weer te hervatten.
Verweer aansprakelijke verzekeraar: geen verband schade en ongeval
De aansprakelijke verzekeraar stopt de betaling van de voorschotten. Volgens de verzekeraar bestaat er op dat moment geen verband meer tussen het ongeval en de arbeidsongeschiktheid:
‘Nationale Nederlanden heeft, voor zover van belang, als volgt verweer gevoerd. Dat [eiser] vier jaar na het ongeval nog steeds arbeidsongeschikt is als gevolg van het ongeval is door hem niet aannemelijk gemaakt. Op basis van de thans beschikbare medische adviezen is er geen causaal verband tussen het ongeval en het feit dat [eiser] nu niet werkt.’
Afwegingskader voorschot inkomensverlies in kort geding
Een kort geding is een procedure waarin de rechter een voorlopige beslissing neemt. De rechter beschrijft het afwegingskader in de kort geding procedure als volgt:
‘De vorderingen van [eiser] strekken tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een geldvordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. Bij de afweging van de belangen van partijen wordt mede betrokken het risico dat niet kan worden terugbetaald in het geval de veroordeling later geen stand houdt.’
Verzekeraar moet voorschotten betalen tot afronding onderzoek naar inkomensverlies
De rechter wijst de vordering uiteindelijk toe. Om de inkomensschade vast te stellen worden onderzoeken uitgevoerd. Daarna moeten ook partijen hun standpunten nog naar voren brengen. De partijen verwachten dat het nog 6 a 9 maanden duurt voordat dit hele proces is afgerond. De rechter veroordeelt de verzekeraar daarom om in ieder geval tot maart 2024 een voorschot op de inkomensschade uit te betalen:
‘Nu de onderzoeken nog niet zijn afgerond had Nationale Nederlanden nog niet kunnen beslissen om de bevoorschotting te beëindigen.’
Rechter houdt rekening met inflatie bij vaststellen voorschot
Partijen spraken af dat een voorschot van € 1.300,– per maand zou worden betaald. De rechter ziet aanleiding om het voorschot te verhogen naar € 1.500,– vanwege de gestegen kosten van levensonderhoud:
‘Ondertussen is door inflatie het dagelijks leven (een stuk) duurder geworden. Hierin wordt aanleiding gezien het door Nationale Nederlanden te betalen bedrag te begroten op € 1.500,00 per maand.’
Spoedeisend belang inkomensschade
Bij een vordering in kort geding beoordeelt de rechter altijd of er sprake is van een spoedeisend belang. In dit geval ziet de vordering om inkomensschade. De vergoeding dient als vervanging voor het weggevallen inkomen van het slachtoffer. Het stoppen van het betalen van voorschotten betekent waarschijnlijk dat het slachtoffer geen inkomen meer heeft. Alhoewel de rechter het spoedeisend belang aan de kant van het slachtoffer niet nadrukkelijk benoemt is een gebrek aan inkomsten, zoals bijna in alle gevallen, voldoende spoedeisend.
Restitutierisico: risico dat niet kan worden terugbetaald
Met het restitutierisico bedoelen we de kans dat een bedrag waarvan achteraf blijkt dat het ten onrechte is betaald door de ontvanger niet kan worden terugbetaald. De verzekeraar doet een beroep op het restitutierisico. De rechter oordeelt dat het risico dat de verzekeraar loopt niet opweegt tegen het belang van het slachtoffer. Bovendien beperkt de rechter de periode waarin de verzekeraar de inkomensschade moet voorschieten tot maart 2024, waardoor ook het restitutierisico beperkt is volgens de rechter:
‘Hoewel toewijzing van deze vordering een restitutierisico met zich brengt, leidt dit in dit geval niet tot afwijzing van de vordering. Dat zou er feitelijk op neerkomen dat [eiser] de komende maanden niet voldoende inkomsten heeft om van rond te komen. De periode van bevoorschotting is beperkt, zodat het restitutierisico niet opweegt tegen het belang van [eiser].’
Geen beoordeling secundaire victimisatie in kort geding
Het slachtoffer eist ook een vergoeding van schade wegen secundaire victimisatie. Door de trage afhandeling van de schade zou het slachtoffer nog meer schade hebben geleden. De rechter wijst er in zijn overwegingen wel op dat een deel van de vertraging werd veroorzaakt door de eigen medische deskundige van het slachtoffer. Daarnaast is pas heel recent vastgesteld dat het slachtoffer ook twee ruggenwervels brak. De rechter lijkt daarmee aan te geven dat hij geen grondslag ziet voor een schadevergoeding voor secundaire victimisatie. Desondanks geeft de rechter geen oordeel. Om vast te stellen welke partij verantwoordelijk is voor de vertraging in de afhandeling van de schade is bewijs nodig. Een kort geding procedure is volgens de rechter niet geschikt voor het leveren van dit bewijs:
‘De afhandeling van het schadetraject duurt lang, maar dat komt mede doordat de eigen medisch deskundige van [eiser] niet snel werkt. Bovendien is recent pas geconstateerd dat [eiser] bij het ongeval zeer waarschijnlijk twee breuken in zijn rug heeft opgelopen. Uitgezocht zal nog moeten worden welke consequenties dit heeft voor de afhandeling van het schadetraject. Nader onderzoek en eventueel bewijsvoering is nodig om dit te kunnen beoordelen.‘
Schakel een letselschade advocaat in
Juridische hulp bij letselschade is meestal kosteloos. Onze letselschade advocaten gaan graag met u in gesprek over uw mogelijkheden. Neem contact op door te bellen naar 0800 – 44 55 000, een e-mail te sturen naar info@hijink.com of door het onderstaande contactformulier in te vullen.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Amsterdam 25 september 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:6067