Baijingsleer: aanvullende schadevergoeding na billijke vergoeding

Een vrouw krijgt een transitievergoeding en een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van haar werkgever, maar vindt dat zij meer schade leed. De rechtbank Noord-Holland beoordeelde onlangs of de vrouw recht heeft op een (aanvullende) schadevergoeding naast de ontvangen transitie- en billijke vergoeding. Hierbij wordt getoetst aan de zogenaamde Baijingsleer.

Is er nog een mogelijkheid om een schadevergoeding te claimen naast een billijke vergoeding? Op grond van de Baijingsleer is een schadevergoeding naast een billijke vergoeding mogelijk als de normschending en de schadevergoeding los staan van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Een schadeclaim is dus alleen mogelijk als er schade is waarmee bij de billijke vergoeding geen rekening is gehouden. In het verzoekschrift voor de ontbindingsprocedure is een voorbehoud gemaakt voor bepaalde schadeposten, waaronder medische kosten. Daarom beoordeelt de rechter beoordeelt de aansprakelijkheid voor deze schadepost. Uiteindelijk wijst de rechter de vordering af, omdat het slachtoffer niet aantoont dat de door haar gevorderde medische kosten het gevolg zijn van het handelen van de werkgever:

‘De volgende vraag die beantwoord moet worden is of er in dit geval ruimte bestaat om naast de toegekende billijke vergoeding in de ontbindingsprocedure nog afzonderlijk een (aanvullende) vergoeding te vorderen. De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag in de voorliggende zaak in het beginsel ontkennend moet worden beantwoord. Daarover wordt als volgt overwogen.’

Wat is de Baijingsleer?

De Baijingsleer werd door de Hoge Raad het eerst toegepast in de zogenaamde Baijingsarresten. De rechtsregels uit deze arresten worden daarom de Baijingsleer genoemd. De rechter geeft in het vonnis een omschrijving van de Baijingsleer:

‘Uit de Baijingsleer volgt dat de vraag of de mogelijkheid bestaat afzonderlijk een vergoeding te vorderen naast een toegekende billijke vergoeding wordt beantwoord aan de hand van verschillende criteria, waaronder de feitelijke grondslag waarop de vordering is gebaseerd en de mate waarin de feiten en omstandigheden wel, of juist niet zijn meegewogen in de beslissing. Het uitgangspunt is dat, naast de toekenning van een billijke vergoeding, grond kan bestaan voor toekenning van een schadevergoeding op grond van artikel 7:611 BW en/of artikel 6:162 BW en/of artikel 7:658 BW en/of de redelijkheid en billijkheid, als de gestelde normschending en de daaruit voortvloeiende schade losstaat van het handelen of nalaten van de werkgever dat heeft geleid tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en losstaat van de gevolgen van het ontslag als zodanig.’

Baijingsleer, Rechtbank Noord-Holland 17 januari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:641

Dezelfde feiten en omstandigheden als ontbindingsprocedure

In dit geval oordeelt de rechter dat de vrouw een vergoeding vraagt voor dezelfde schadeveroorzakende handeling waarover in de ontbindingsprocedure is geoordeeld. Volgens de vrouw is haar schade echter hoger dan de billijke vergoeding. De rechter wijst er op dat er andere procedurele mogelijkheden waren om de hoogte van de billijke vergoeding nogmaals te laten beoordelen. Omdat de vrouw geen gebruik heeft gemaakt van deze mogelijkheden beoordeelt de rechtbank de schadeclaim van de vrouw niet:

‘Gelet op de stellingen van [eiseres] ter zitting legt zij aan haar vordering tot aanvullende schadevergoeding dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag die in de ontbindingsprocedure al zijn beoordeeld en waarvoor aan haar een billijke vergoeding is toegekend. [eiseres] betoogt in deze procedure slechts dat de veranderde prognose van de psychische klachten heeft geleid tot een hogere schade en dat de billijke vergoeding op een te laag bedrag is begroot, omdat bij de begroting geen rekening is gehouden met deze prognose. Deze nieuwe prognose ziet echter niet op het ernstig verwijtbaar handelen van ETP dat tot toekenning van de billijke vergoeding heeft geleid. Het gaat immers nog steeds om hetzelfde schadeveroorzakend handelen als waarover in de ontbindingsprocedure al is geoordeeld. Dat betekent behoudens hetgeen hierna wordt overwogen (5.7. e.v.) dat de Baijingsleer in dit geval aan ontvankelijkheid c.q. toewijzing van de vordering in de weg staat. Als [eiseres] de billijke vergoeding te laag vond, had zij haar ontbindingsverzoek kunnen intrekken of in hoger beroep kunnen gaan tegen de ontbindingsbeschikking.’

Voorbehoud in ontbindingsprocedure

In het verzoekschrift (in de ontslagprocedure) is een voorbehoud opgenomen. De kantonrechter heeft bij het beoordelen van het recht op een billijke vergoeding geen rekening gehouden met medische kosten, huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging:

‘[eiseres] heeft in de ontbindingsprocedure echter expliciet een voorbehoud gemaakt voor de schadecomposten a) medische kosten, b) huishoudelijke hulp en c) persoonlijke verzorging (zie onder 2.6). De kantonrechter heeft deze schadecomponenten in de ontbindingsprocedure dan ook buiten beschouwing gelaten bij het begroten van de billijke vergoeding. Hoewel [eiseres] in de onderhavige dagvaarding heeft gesteld dat de door haar geleden schade bestaat uit (I) smartengeld, (II) verlies arbeidsvermogen, (III) huishoudelijke hulp, (IV) persoonlijke verzorging, (V) medische kosten, (VI) reiskosten en (VII) kosten rechtsbijstand, vordert zij gelet op het petitum in deze procedure alleen de vergoeding van smartengeld, verlies arbeidsvermogen en medische kosten.’

Medische kosten buitenbeschouwing gelaten bij transitievergoeding

De vrouw vordert in deze procedure smartengeld en een vergoeding van verlies aan arbeidsvermogen en medische kosten. In het verzoekschrift is alleen een voorbehoud gemaakt voor medische kosten, huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging. Omdat de vrouw geen vergoeding vraagt van kosten voor huishoudelijk hulp of persoonlijke verzorging kijkt de rechter alleen naar de medische kosten:

‘Het voorgaande betekent dat uitsluitend de medische kosten voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen. Daarvoor is (onder meer) noodzakelijk dat het causaal verband tussen de gedragingen van EPT en de schade voldoende aannemelijk is. De kantonrechter oordeelt dat dit verband onvoldoende is vast komen te staan. Dit wordt als volgt toegelicht.

Causaal verbrand ernstig verwijtbaar handelen en psychische klachten

Om vast te stellen of er recht bestaat op een schadevergoeding voor medische kosten is van belang dat de ex-werknemer aantoont dat het handelen van haar werknemer deze schade veroorzaakte. De eisende partij verwijst hiervoor naar een e-mail van een psycholoog. De rechter vindt deze e-mail onvoldoende als bewijs voor het causaal verband. De psycholoog schreef slechts op wat het slachtoffer hem vertelde. Er is geen objectief en onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar het verband tussen het handelen van de werkgever en de klachten van de werknemer. Daarom wijst de rechter de vordering voor vergoeding van medische kosten af:

‘De kantonrechter begrijpt, mede uit het verweer van EPT, dat [eiseres] het causale verband heeft willen onderbouwen door de e-mails van de psycholoog (zie 2.7 en 2.8). De kantonrechter volgt [eiseres] hierin om meerdere redenen niet. Uit deze verklaringen valt niet af te leiden dat de psychische klachten van eiseres zijn veroorzaakt door het handelen door EPT, en niet (mede) hun oorzaak hebben in privéomstandigheden. De psycholoog schrijft in zijn e-mail van 7 december 2020 weliswaar dat de overgang van een ‘matige depressie’ naar een ‘chronische depressie’ veroorzaakt is door ‘ernstig verwijtbaar handelen’ door de werkgever, maar deze verklaring berust op mededelingen van [eiseres] zelf (en behelst overigens een juridische kwalificatie). Een objectief onafhankelijk onderzoek naar de mate waarin het handelen van EPT heeft kunnen bijdragen aan het ontstaan, dan wel in stand houden en/of verergeren van de psychische klachten van [eiseres], ontbreekt. Het causaal verband tussen de door [eiseres] gestelde medische kosten en het handelen van EPT is daarom onvoldoende aannemelijk geworden.’

Advocaat inschakelen

Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000, ons algemene e-mailadres is info@hijink.com, bovendien kunt u een terugbelverzoek doen door het onderstaande contactformulier in te vullen.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Holland 17 januari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:641

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten