Als na de onderhandelingen in een letselschadezaak een veroordeling volgt van de aansprakelijke partij voor een misdrijf dan kan de affectieschadevergoeding worden aangevuld in de strafzaak. Letselschade advocaat Oscar Hijink was enige tijd geleden betrokken bij de afhandeling van de schade van een ernstig verkeersongeval. In de onderhandelingen werd onder andere een affectieschadevergoeding geclaimd voor de nabestaanden van het verkeersongeval. Bij de strafrechter werden deze bedragen recent opgehoogd, omdat er sprake is van overlijden door een misdrijf. Daarnaast werd vastgesteld dat ook de broer van een van de slachtoffers recht had op een affectieschadevergoeding vanwege een nauwe en persoonlijke relatie met het slachtoffer.
Een affectieschadevergoeding is een bij wet vastgesteld bedrag. De hoogte van de affectieschadevergoeding is onder andere afhankelijk van de vraag of het overlijden (of blijvend en ernstig letsel) het gevolg is van een misdrijf. In deze procedure zien we dat naasten na een letselschadeclaim in de strafzaak alsnog een verhoging van de affectieschade kunnen vragen bovenop het bedrag dat al is toegepast. De veroordeling van de aansprakelijke partij voor een misdrijf betekent dus dat nabestaanden en naasten recht hebben op een hoger bedrag aan affectieschade.
Bij deze zeer ernstige aanrijding kwamen drie personen om het leven en raakte een ander zwaargewond. In deze procedure vorderen de nabestaanden van de overleden slachtoffers een schadevergoeding.
Wat is affectieschade?
De wet bepaalt dat naasten en nabestaanden van iemand die blijvend ernstig gewond raakt of overlijdt, recht hebben op smartengeld voor hun verdriet en pijn. De hoogte van de bedragen zijn vastgesteld bij wet. Affectieschade is dus een vast bedrag dat een nabestaande of naaste krijgt voor de negatieve effecten van het overlijden of gewond raken van een familielid, geliefde of ander persoon met een nauwe persoonlijke relatie:
‘Affectieschade betreft immateriële schade die bestaat uit verdriet en pijn die is veroorzaakt doordat een persoon waarmee men een affectieve band heeft, overlijdt.‘
Wat is een misdrijf?
Het bedrag waarop recht bestaat bij affectieschade is hoger als de schade is veroorzaakt door een misdrijf. In het Nederlandse strafrecht onderscheiden we overtredingen en misdrijven. Misdrijven zijn zwaardere strafbare feiten waarop een hogere straf staat. Of een strafbaar feit een overtreding of een misdrijf is, blijkt uit de wet.
Affectieschade aangevuld tot het forfaitaire bedrag
Voorafgaand aan de rechtszaak heeft de WAM-verzekeraar van de dader al affectieschade betaalt aan de slachtoffers. De hoogte van de vergoeding is een vast bedrag dat afhankelijk is van de relatie met het slachtoffer, of het slachtoffer ernstig en blijvend gewond is geraakt of is overleden en van de vraag of er sprake is van een misdrijf. In deze strafzaak tegen de veroorzaker van het ongeval eisen de familieleden dat de affectieschade wordt aangevuld tot het bedrag dat wordt toegekend als een dierbare overlijdt door een misdrijf.
Affectieschade voor moeder van overleden dochter en dochter van overleden ouders
Een van de eisende partijen is de dochter van twee personen die overleden bij de aanrijding en de moeder van een minderjarig meisje dat overleed. De vrouw kreeg al € 30.000,– (2 maal € 15.000,–) voor het overlijden van haar beide ouders en € 17.500,– voor het overlijden van haar minderjarige dochter. Omdat er sprake is van overlijden door een misdrijf krijgt de vrouw nog een bedrag van € 7.500,–. In totaal krijgt de vrouw dus tweemaal € 17.500,– voor het overlijden van haar ouders door een misdrijf en € 20.000,– voor het overlijden van haar dochter door een misdrijf.
Affectieschade voor vader van overleden dochter
De tweede partij is haar man en de vader van het overleden kind. De man kreeg al € 17.500,– affectieschade. Omdat er sprake is van overlijden door een misdrijf wordt dit bedrag aangevuld tot € 20.000,–.
Affectieschade voor broer van overleden zus
De derde partij is de minderjarige thuiswonende broer van het overleden meisje. De broer van het overleden meisje krijgt een vergoeding van € 17.500,– voor het overlijden door een misdrijf. Broers en zussen worden (nog) niet genoemd in het artikel over affectieschade. Maar ook anderen dan de genoemde personen kunnen een affectieschadevergoeding krijgen als er sprake is van een nauwe en persoonlijke relatie. In dit geval is de broer 12 en het overleden meisje was 9 jaar oud. De kinderen leefden onder een dak bij hun ouders. Gezien de leeftijd van de kinderen neemt de rechter aan dat zij ook in de toekomst een nauwe relatie zouden houden. De rechter neemt daarom aan dat er sprake is van een nauwe en persoonlijke relatie en wijst een bedrag van € 17.500,– aan affectieschade toe aan de broer van het overleden meisje:
‘Beoordeeld dient te worden of [naam 10] in een zodanig nauwe persoonlijke relatie tot [slachtoffer 3] staat dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat hij als naaste in de zin van artikel 6:108 derde lid BW wordt aangemerkt. Gelet op wat ter zitting is besproken stelt de rechtbank vast dat er sprake was van een bestendig gezinsleven en dat [naam 10] zijn hele leven in gezinsverband met [slachtoffer 3] en hun ouders onder één dak hebben geleefd. De broer en zus hadden onweersproken een zeer goede band en de jonge leeftijd van [naam 10] en [slachtoffer 3] , destijds 12 en 9 jaar oud, doet ook verwachten dat de relatie tussen hen nog meerdere jaren op dezelfde wijze zou voortduren. Mede gelet op voornoemde aard, duur en intensiteit van de relatie tussen [naam 10] en [slachtoffer 3] acht de rechtbank deze relatie zodanig persoonlijk en nauw, dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat hij als naaste kan worden aangemerkt in de zin van artikel 6:108, derde lid, BW en aldus recht heeft op vergoeding van affectieschade. Het gevorderde bedrag van € 17.500,- is conform het forfaitaire bedrag in het Besluit, zodat dit zal worden toegewezen.’
Schadevergoedingsmaatregel
De nabestaanden vragen de rechter in deze zaak om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Dit betekent dat de staat de schadevergoeding (gedeeltelijk) voorschiet als de dader deze niet betaalt. Door de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel hebben de slachtoffers dus de zekerheid dat (een deel van) het toegekende bedrag wordt betaald en zijn zij niet afhankelijk van de draagkracht van de dader. Het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel is een bevoegdheid van de strafrechter. Bij de burgerlijk rechter of in onderhandelingen kan geen aanspraak gemaakt worden op de schadevergoedingsmaatregel.
Kosteloos een letselschade advocaat inschakelen
U kunt ons bereiken op 0800 – 44 55 000. Daarnaast kunt u altijd een e-mail sturen naar info@hijink.com. Wilt u gebeld worden door een schade expert? Vul dan het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Gelderland 5 april 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1944