Een fietser valt en komt onder een auto. Bestaat er recht op een letselschadevergoeding? Een fietser en een auto met aanhanger passeren elkaar op een smalle weg. De fietser valt doordat zij de berm in fiets. Als de vrouw is gevallen rijdt de automobilist over haar heen.
Veel Nederlandse wegen zijn smal. Op deze wegen is weinig ruimte om elkaar te passeren. In dit geval gaat het mis als een fietser en een auto met aanhanger elkaar passeren op een smalle weg op Texel. De fietsster valt, zonder dat zij de auto raakt, door een afgebrokkelde weg rand en zand op de weg. Vervolgens komt de vrouw onder de auto en loopt zij letselschade op. Na de aanrijding op de smalle weg blijkt dat beide weggebruikers niet veel verkeerd deden. De rechter beoordeelt welke weggebruiker welk deel van de schade draagt na dit ongeluk dat ontstaat als twee weggebruikers elkaar op een smalle weg passeren.
Beoordeling aanrijding na valpartij door smalle weg
De fietser valt en komt vervolgens onder de auto zonder dat er in eerste instantie sprake is van een aanrijding. De rechter oordeelt uiteindelijk dat de automobilist en de fietser in dit geval beide hadden moeten stoppen. De automobilist had meer rekening moeten houden met de impact van zijn auto met aanhanger op de fietser. De fietser had moeten opmerken dat er zand op de weg lag en dat de weggrand gevaarlijk was. Uiteindelijk vindt de rechter dat de automobilist een iets groter aandeel heeft in het ontstaan van de schade (60%). Omdat de fietser ernstig gewond raakte, krijgt zij uiteindelijk een vergoeding voor 85% van haar schade.
Geen botsing wel beroep op 50%-regel
De automobilist doet een beroep op overmacht. Dit betekent dat de bestuurder vindt dat hem geen enkel verwijt kan worden gemaakt. De rechter ziet dit anders. De automobilist moest rekening houden met een mogelijke val van de fietser. Omdat er geen sprake is van overmacht staat de aansprakelijkheid van de automobilist vast. In dit geval raakt de auto de fietser niet. Maar ook als er geen sprake is van een botsing de auto kan de fietser een beroep doen op artikel 185 WVW. Op grond van dit artikel krijgt een fietser na een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken tenminste 50% van de schade vergoed:
´Deze verkeersfout van [verzoekster] was naar het oordeel van de rechtbank niet zo onwaarschijnlijk voor de automobilist dat de automobilist bij het bepalen van zijn verkeersgedrag met die mogelijke verkeersfout naar redelijkheid geen rekening hoefde te houden. Ook een automobilist weet dat er op wegen in een duingebied rekening moet worden gehouden met zand op de weg en dat fietsers, als zij van de verharde weg in het zand rijden, gemakkelijk ten val kunnen komen. Dit zand was hier ook zichtbaar, net als de afgebrokkelde rand van het asfalt.´
Verplichtingen bij het passeren van een fietser op een smalle weg
De rechter maakt na het vaststellen van de aansprakelijkheid een causaliteitsafweging. Dit betekent dat de rechter beoordeelt welk verkeersgedrag de oorzaak is van het ongeval. De rechter kijkt eerst naar de automobilist. De fietser rijdt de auto met aanhanger tegemoet. De weg is smal. De auto rijdt niet hard en rijdt uiterst rechts. De smalle weg in combinatie met de boottrailer achter de auto maken dat automobilist had moeten stoppen voor de tegemoetkomende fietser:
‘Aan de automobilist kan worden verweten dat hij onvoldoende rekening heeft gehouden met de impact die zijn auto met boottrailer op [verzoekster] zal hebben gehad in combinatie met de smalle weg en het zand op de weg. Dat had voor hem aanleiding moeten zijn om te stoppen op het moment dat [verzoekster] hem passeerde. Daar staat tegenover dat de automobilist 10-15 km/uur reed op een weg waar hij 60 km/uur mocht rijden, uiterst rechts in de berm heeft gereden en de val van [verzoekster] niet heeft veroorzaakt.’
Verplichtingen bij het passeren van een auto op een smalle weg
Ook de fietser had volgens de rechter tot stilstand moeten komen. Zij zag de auto aankomen en had ook kunnen zien dat er zand op de weg lag en dat de kant van de weg was afgebrokkeld. Dit had voor de fietser reden moeten zijn om af te stappen:
‘Aan [verzoekster] kan worden verweten dat zij niet is afgestapt voordat de auto met de boottrailer haar passeerde. Zij kon de auto met de boottrailer tijdig zien aankomen en moet ook de staat van de weg hebben opgemerkt; zij had dus voldoende tijd om zich te realiseren dat zij beter kon afstappen. [verzoekster] heeft dat echter niet gedaan en heeft, al dan niet als gevolg van een schrikreactie, een stuurfout gemaakt en is daardoor ten val gekomen. [verzoekster] is voorafgaande aan de val niet door de auto (of de boottrailer) geraakt.’
Afweging fouten bij ongeval op smalle weg
De fietser en de automobilist hadden volgens de rechter allebei moeten stoppen op het moment van passeren. Beide weggebruikers kan daarom een verwijt worden gemaakt. De rechter benoemt dat de automobilist verder weinig verkeerd deed. Het uiteindelijke oordeel is dat de automobilist 60% van de schade van de gevallen fietsster veroorzaakte:
‘De omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat [verzoekster] enige mate van eigen schuld heeft aan veroorzaking van het ongeval. [verzoekster] heeft namelijk zelf besloten niet af te stappen voordat de auto met boottrailer haar passeerde terwijl zij zelf de impact ervaarde van de auto met de boottrailer op de smalle weg. De rechtbank weegt daarbij zwaar mee dat de automobilist geen verkeersregel heeft overtreden en zijn auto noch de boottrailer [verzoekster] heeft geraakt voorafgaand aan het ongeval. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat 60% van de schade van [verzoekster] voor rekening van ASR moet komen en 40% van de schade voor rekening van [verzoekster] zelf.’
Ernstig letsel door aanrijding na val van de fiets
De fietser raakt blijvend gewond. Omdat de gevolgen voor de fietser zo ernstig zijn past de rechter een billijkheidscorrectie toe. De aansprakelijke partij/verzekeraar betaalt 85% van de schade van de fietser.
‘Die ernstige gevolgen zijn door ASR niet betwist. Er was, zo is namens [verzoekster] tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht, sprake van een zeer ernstig en levensbedreigend ongeval met ernstig schedel/ hersenletsel en uitgebreid orthopedisch letsel. Er zijn nog steeds lichamelijke en psychische klachten. Het ongeval en de gevolgen daarvan hebben het leven van [verzoekster] blijkend veranderd en hebben geleid tot een aanzienlijke en blijvende aantasting van de kwaliteit van haar leven.’
Neem contact op om de schade van een fietsongeval gratis te laten afhandelen
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Holland 1 mei 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:5311