Twee fietsers willen op een tweerichtingsfietspad een andere fietser inhalen. De fietser remt echter plotseling en stuurt naar links. Hierdoor valt een van de inhalende fietsers. De rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt in deze recente uitspraak de aansprakelijkheid voor een aanrijding die ontstaat als een fietser afslaat zonder om te kijken en richting aan te geven.
De rechter bepaalt uiteindelijk dat de plotseling remmende en naar links sturende fietser aansprakelijk is voor alle schade van het verkeersongeval.
Beoordeling schadeclaim fietser die afslaat zonder om te kijken
De voorste fietser remt en slaat af, zonder op of om te lijken en zonder richting aan te geven. De rechter oordeelt dat de vrouw daarom aansprakelijk is voor de schade van de aanrijding. Fietsers moeten rechts houden, voorrang verlenen aan verkeer dicht achter zich en mogen geen gevaar of hinder veroorzaken. De plotseling remmende en naar links sturende fietser hield zich niet aan deze regels en is daarom aansprakelijk voor de letselschade:
‘Doordat [verweerster] een stuurbeweging naar links heeft gemaakt en in ieder geval niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, heeft zij in strijd gehandeld met artikel 18 RVV door achterop komend verkeer niet voor te laten gaan. Met dit gevaarlijke rijgedrag heeft zij ook in strijd gehandeld met artikel 5 WVW. Hierdoor heeft [verweerster] in beginsel onrechtmatig gehandeld.’
Wetgeving inhalen door fietsers
De rechter stelt vast dat er sprake is van een overtreding van artikel 18 RVV. Een afslaande bestuurder moet niet alleen tegemoetkomend verkeer voorrang verlenen, maar ook verkeer dat zich dicht achter hen bevindt:
Artikel 18 RVV lid 1: Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
De rechter verwijst daarnaast nog naar artikel 5 WVW. Artikel 5 bevat een zeer algemeen verbod op het veroorzaken van gevaar en hinder:
Artikel 5 WVW:
Artikel 5 WVW: Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
Eigen schuld
De rechter stelt vast dat de afslaande fietser aansprakelijk is. Vervolgens kijkt de rechter of ook het slachtoffer een verwijt kan worden gemaakt. Als ook het slachtoffer fouten maakten waardoor schade ontstond, blijft een deel van de schade voor rekening van het slachtoffer vanwege eigen schuld.
Elkaar raken is geen vereiste voor aansprakelijkheid
Dat weggebruikers elkaar raken is geen vereiste voor het vaststellen van het recht op eens schadevergoeding. Ook als de andere weggebruiker uitwijkt en dan valt, is de veroorzaker van het gevaar aansprakelijk. Dat de plotseling remmende fietser de inhalende fietser niet geraakt heeft, is dus geen reden om de schade claim af te wijzen:
‘Een fysieke aanrijding is niet vereist voor aansprakelijkheid. Het gaat erom dat een ongeval plaatsvindt door gevaarlijk gedrag van [verweerster] en dat is hier aan de orde.’
Bellen voor het inhalen is geen verplichting
De fietser die plotseling afsloeg, stelt dat de inhalende fietser had moeten bellen. Bellen is net als toeteren (het geven van een geluidssignaal) alleen bedoeld ter afwending van dreigend gevaar. Er bestaat dus geen verplichting om te bellen voorafgaand aan het inhalen van een andere fietser:
‘Het geven van geluidssignalen, dus bellen met de fietsbel, mag alleen ter afwending van dreigend gevaar en nergens uit blijkt dat bij het starten van de inhaalmanoeuvre sprake was van dreigend gevaar, zodat zij hadden moeten bellen of hadden moeten afzien van het inhalen.’
Fietsers hebben niet te hard gereden
De rechter bekijkt ook of de inhalende fietsster te hard reed. De vrouw reed 27 kilometer per uur. Gezien de omstandigheden vindt de rechter dit niet onveilig. Daarbij speelt een rol dat het gaat om een breed en rustig fietspad. In andere omstandigheden kan 27 kilometer per uur dus wel degelijk te snel zijn:
‘Uit de verklaring van [verzoekster] uit het proces-verbaal blijkt dat zij een snelheid had van 27 km/uur en uit de verklaring van [verweerster] blijkt dat zij 20 km/uur fietste. Deze snelheden liggen redelijk dicht bij elkaar en zijn in ieder geval niet zodanig hoog dat het gelet op de verkeerssituatie, waarbij sprake is van een breed en rustig fietspad, onveilig is.’
Financiële situatie speelt geen rol bij schadeclaim
De aansprakelijk gestelde veroorzaker voert aan dat zij onvoldoende geld heeft om een eventuele schadevergoeding te betalen. De rechter overweegt dat hiermee (helaas) geen rekening kan worden gehouden:
‘Als verweer heeft [verweerster] verwezen naar haar grote schuldenlast. Deze gestelde betalingsonmacht, hoe vervelend ook voor [verweerster] , ligt in haar risicosfeer en ontslaat haar niet van aansprakelijkheid en verplichting tot het vergoeden van de schade als gevolg van het ongeval.’
Specifieke omstandigheden
Als we de aansprakelijkheid voor schade door een verkeersongeval beoordelen, geven de specifieke omstandigheden altijd de doorslag. We kijken daarbij welke verwijten we de betrokken weggebruikers kunnen maken. In dit geval is het remmen en naar links sturen niet voorzienbaar. De achteropkomende fietsers hoeven hier geen rekening mee te houden. De beoordeling kan dus anders uitvallen als iemand zonder om te kijken en richting aan te geven afslaat op een plaats waar dit wel voorzienbaar was.
Gratis advies en rechtshulp na een aanrijding
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 december 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8832