Verjaring vordering tot betalen van een schadevergoeding. Hoe stuit je de verjaring. Hoe voorkom je dat een vordering niet meer invorderbaar is?
Op 27 september 2016 deed het gerechtshof in Den Bosch uitspraak in een zaak tussen een stichting, opgericht ter bescherming van de bestuurders van een Naamloze Vennootschap (NV), en de NV waar deze bestuurders werken en de meerderheid van de bestuurders ook aandeelhouder van is.
De rechter gaat uit van de volgende feiten: World Online BV (hierna: WOL) is een internetserviceprovider opgericht in 1994. Mevrouw (hierna: bestuurder WOL) was een van grondleggers van WOL en voorzitter van de raad van bestuur. Ook was zij groot aandeelhouder. Sinds 1998 was Sandoz meerderheidsaandeelhouder. Een andere gedaagde in hoger beroep (hierna: geïntimideerde 2) was ook aandeelhouder van WOL.
In maart 2000 zijn de aandelen van WOL op de beurs gebracht. Kort na de beursgang worden verschillende procedures aangespannen in verband met gestelde onregelmatigheden bij deze beursgang. Eisende partij is de stichting die is opgericht om de belangen van de bestuurders te beschermen (hierna: de stichting). Tussen de stichting en WOL zijn meerdere brieven gestuurd. Uiteindelijk heeft de stichting een procedure aangespannen. De stichting eist onder meer een verklaring voor recht dat geïntimideerde 2 tegenover de Stichting aansprakelijk is uit hoofde van haar contractuele verplichting dan wel op grond van onrechtmatige daad jegens bestuurder WOL. Ook eisen zij een verklaring voor recht dat geïntimideerde 2 aansprakelijk is voor onder andere de onjuistheden in de prospectus ten tijde van de beursgang van WOL.
Aan deze vordering heeft de stichting ten grondslag gelegd dat geïntimideerde 1 en 2 aan bestuurder WOL hebben beloofd in ruil voor haar actieve medewerking aan de beursgang een IPO-bonus van 1,5% te verschaffen en dit ook op de prospectus op te nemen. Geïntimideerde 1 heeft daarnaast aangegeven persoonlijk toe te zien op de goede verloop hiervan.
Verjaring vordering
De stichting heeft in beroep bij het hof een eisvermeerdering ingesteld, aangezien de rechtbank in eerste aanleg van mening was dat de vordering verjaart was en er slechts nog een natuurlijke verbintenis resteert. De stichting stelt tevens grieven in om de verjaring waar de rechtbank van uit gaat te ontkrachten.
Het hof overweegt als volgt: indien een verklaring voor recht wordt gevorderd dat aansprakelijkheid bestaat voor de schade, dient de rechter ervan uit te gaan dat eiser daarbij belang heeft als de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Dat geldt ook als niet tevens een veroordeling tot schadevergoeding of tot verwijzing naar de schadestaatprocedure wordt gevorderd. Ook wijst het hof Amsterdam erop dat na verjaring van een vordering de bevoegdheid tot verrekening onverkort blijft bestaan. Om deze reden mag de Stichting de eis vermeerderen.
Stuiten van de verjaring
Over de grieven die door de stichting worden aangevoerd betreffende de verjaring wordt door het hof als volgt geoordeeld: een vordering op grond van de toezegging die gedaan is verjaart na 5 jaar. De toezegging is een poos voor de beursgang, dus begin 2000, gedaan. In 2011 is de vordering aanhangig gemaakt waardoor de vordering in principe is verjaart. Echter geeft de stichting aan dat zij de verjaring hebben gestuit. Het hof Amsterdam is van mening dat de verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis kan onder meer worden gestuit door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Deze schriftelijke mededeling moet een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar inhouden dat hij, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening ermee moet houden dat hij de beschikking houdt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren (ECLI:NL:HR:2006:AZ0418).
Bij de beoordeling op de mededeling aan de in art. 3:117 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval (ECLI:NL:HR:2009:BI8502). Bij deze beoordeling kan mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen (ECLI:NL:HR:2011:BQ7063).
In dit geval betekent dat dat de verjaring juist is gestuit, ondanks dat in een brief niet gesproken is over vermeende rechtsgevolgen. Uit de context en de omstandigheden van het geval was voldoende duidelijk dat de stichting de verjaring wilde stuiten.
In deze uitspraak heeft het hof de mening van de Hoge Raad over de eisen aan het stuiten van een verjaring middels een brief nogmaals duidelijk gemaakt. Volgens de rechtspraak van de Hoge Raad kan uit de omstandigheden van het geval duidelijk worden dat een brief, een brief ter stuiting van de verjaring van een vordering inhoudt, ook als dit er niet ondubbelzinnig staat.
Vorderen schadevergoeding, vraag een advocaat
Als u schade heeft geleden of als u aangesproken wordt om een schadevergoeding te betalen. Is het belangrijk om te weten wat uw rechten en plichten zijn. Neem contact op met onze advocaten en juristen voor een vrijblijvend juridisch advies. Bel 0800-4455000 of laat onderstaand uw gegevens achter.