Schadevergoeding bij productaansprakelijkheid.
Schadevergoeding bij productaansprakelijkheid nader uitgewerkt door de Hoge Raad: Aan het begin van deze eeuw werden Daf vrachtwagens geproduceerd en verkocht van het type CF 85.430. Deze vrachtwagens bleken niet helemaal veilig te zijn. Er ontstond schade. De vraag rees wie hiervoor aansprakelijk was.
Een aantal vrachtwagens vloog in brand vanwege een vuilophoping tussen de uitlaatdemper en het spatscherm. Door de hoge uitlaattemperatuur vatte het opgehoopte vuil vlam, waarna in de meeste gevallen de vrachtwagen compleet uitbrandde. Het op de markt gebrachte product vertoont derhalve een gebrek.
De vrachtwagen waar het hier om ging was geproduceerd door Daf, geleverd aan Daf Trucks Deutschland en vervolgens weer doorgeleverd aan Bemo Bedrijfswagens. Uiteindelijk werd het voertuig verhuurd aan een derde die stro en compost vervoerde.
De verzekeraar Achmea heeft de derde een schadebedrag uitgekeerd, maar stelt uiteindelijk producent Daf aansprakelijk. De Hoge Raad stond voor de vraag wie er hier aansprakelijk was, Daf, Daf Trucks Deutschland of Bemo Bedrijfswagen, en waarom dan wel?
Onrechtmatige daad en schadevergoeding bij productaansprakelijkheid
Verzekeringsmaatschappij Achmea heeft Daf aangesproken tot vergoeding van het uitgekeerde schadevergoeding. Ze deden dit op grondslag van artikel 6:162 BW, oftewel de onrechtmatige daad. De verzekeraar voerde aan dat vrachtwagens van het type CF 85 gebrekkig waren, omdat bij normaal gebruik van dit type vrachtauto spontaan brand kon ontstaan. Daarnaast zou Daf van het gebrek op de hoogte zijn geweest en heeft zij niet alle maatregelen getroffen die van een zorgvuldig producent mochten worden verwacht.
Ook al heeft Achmea Daf aangesproken op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad), toch moeten de vereisten van productaansprakelijkheid worden nagelopen. De vrachtwagen kan worden aangemerkt als een product en Daf als producent. Daf betwist echter dat zij degen is die het product in het verkeer heeft gebracht en wijst aansprakelijkheid af.
Producent en productaansprakelijkheid
De productaansprakelijkheid is vervat in artikel 6:185 BW en verder. Er bestaat een aansprakelijkheid als een product gebrekkig is. Een product is gebrekkig als het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten. Alle omstandigheden moeten in aanmerking worden genomen en vooral de prestatie van het product, het te verwachten gebruik en het tijdstip wanneer het product in het verkeer is gebracht.
Het is duidelijk dat er in dit geval sprake is van aansprakelijkheid. Het eerste lid van artikel 186 van Boek 6 BW maakt het mogelijk de producent van een gebrekkig product aansprakelijk te stellen. Wie onder producent moet worden verstaan staat in het tweede lid van artikel 187. Het moet gaan om de fabrikant van het eindproduct en iedereen die zich als producent presenteert. Het lijkt er dus op dat Achmea het juiste bedrijf heeft aangesproken. Daf verzet zich tegen de vordering door aan te voeren dat zij niet de producent van de afgebrande vrachtwagen is.
Daf voert aan dat zij het product niet in het verkeer heeft gebracht. Zij kan daarom niet aansprakelijk worden gesteld volgens artikel 185 lid 1 sub a. De producent moet het product in het verkeer hebben gebracht om aansprakelijk gesteld te kunnen worden. Daf betoogt dat zij de vrachtwagen niet aan het publiek heeft aangeboden. Ze heeft het voertuig aan Daf Trucks Deutschland overgedragen die vervolgens de vrachtwagen in het economische verkeer zou brengen. Volgens Daf is dus Daf Trucks Deutschland aansprakelijk en niet Daf die de vrachtwagen aan Daf Trucks Deutschaland heeft overgedragen.
Definitie: in het verkeer brengen van een product
De Hoge Raad gaat hier niet in mee. Ter ondersteuning wordt er aansluiting gezocht bij een uitspraak van het Europese hof (HvJEU 9 februari 2006, ECLI:EU:C:2006:93, O’Byrne/Sanofi). Hierin heeft het hof in het kader van de richtlijn productaansprakelijkheid (85/374/EEG) onder meer geoordeeld dat een product moet worden beschouwd als in het verkeer gebracht, wanneer dat het productieproces van de producent heeft verlaten en is opgenomen in een verkoopproces in een vorm waarin het aan het publiek wordt aangeboden voor gebruik of consumptie. Het maakt daarbij niet uit of het rechtstreeks wordt verkocht of via een omweg. Om als producent aangemerkt te worden moet derhalve een eindproduct geproduceerd worden dat op de gefabriceerde wijze wordt aangeboden.
Advocaat stelt aansprakelijk op de verkeerde grondslag?
Ook voert Daf aan dat de aangehaalde uitspraak niet van toepassing is. In het arrest ging het immers om een productaansprakelijkheid. De advocaat van de eisende partij heeft Daf gedagvaard vanwege onrechtmatige daad, dit is en andere grondslag. Daf vindt dat de uitspraak van het Europese hof buiten beschouwing moet blijven. De aangehaalde maatstaf is bedoeld voor productaansprakelijkheid en niet voor de onrechtmatige daad.
Verrassend genoeg gaat de Hoge Raad hier in mee. De in de uitspraak bedoelde maatstaf is bedoeld voor de productaansprakelijkheid en niet voor de onrechtmatige daad. Omdat Achmea de verkeerde vordering heeft ingesteld staat ze aan het eind van deze lange procedure alsnog met lege handen. Had zij haar vordering gebaseerd op de productaansprakelijkheid dan was naar alle waarschijnlijkheid haar vordering en de schadevergoeding toegewezen.
Advies over schadevergoeding bij productaansprakelijkheid?
Lijdt u schade door toedoen van een ander? Wilt u weten of u recht heeft op een schadevergoeding? Bent u zelf aansprakelijk gesteld? Bel voor vrijblijvend advies van onze aansprakelijkheidsjuristen en advocaten. Bel ons landelijk nummer 0800-4455000 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.
Bron: HR 13 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:32