Aansprakelijkheid voor schade door een hondenbeet. De eigenaar van een hond wordt aansprakelijk gesteld voor schade opgelopen door een beet van een hond en het doden van een kat.
De eigenaar van de kat is uiteindelijk niet aansprakelijk voor de kosten van de dierenarts van de hond, omdat er onvoldoende gesteld en bewezen is dat de kat de hond heeft gekrabd of gebeten.
Aansprakelijkheid schade door hondenbeet
Het Hof in Amsterdam oordeelt in hoger beroep over de aansprakelijkheid van de eigenaar van een hond die een kat dood bijt. De advocaat van de eigenaar van de kat stelt de eigenaar van de hond aansprakelijk op grond van art. 6:179 BW.
In de tuin van de hondeneigenaar vond een gevecht plaats tussen een hond en een kat. De kat is daarbij door de hond doodgebeten. In eerste aanleg heeft de kantonrechter in Amsterdam de schadeclaim van de eigenaar van de kat toegewezen. De eigenaar van de hond van het ras American Staffordshire Terriër, wordt veroordeeld een schadevergoeding te voldoen.De eigenaar van de hond komt middels zijn advocaat in hoger beroep.
Schade door hondenbeet: Aansprakelijkheid voor dieren
Na het incident is de eigenaar van de hond diverse malen bij de dierenarts geweest in Amsterdam. De hond heeft door krab- en bijtwonden een ernstige ontsteking opgelopen in de hals.
De eigenaar van de hond heeft de eigenaar van de kat aansprakelijk gesteld voor de kosten van de diergeneeskundige behandeling. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de katteneigenaar heeft een onderzoek ingesteld naar de toedracht.
Geconcludeerd wordt dat de kat bij het bijtincident is overleden. Het type hond zal de kat in een keer doodbijten en schudden, waardoor het niet voor de hand ligt dat de hond door deze kat is gekrabd of gebeten. Verder stelt de verzekeraar dat gezien de reputatie van de betreffende hond (…) is een ander incident met een ander dier voor de hand liggend.
Ook wordt door verzekeraar de schade bepaald wegens het verlies van de kat door door de hondenbeet. Verzekeraar stelt een dagwaarde vast van € 150,00 inclusief BTW.
Vordering tot schadevergoeding dieraansprakelijkheid, schade door hondenbeet
Bij de kantonrechter te Amsterdam vorderde de advocaat van de hondeneigenaar veroordeling van de katteneigenaar tot betaling van een schadevergoeding van nagenoeg € 4.000 vanwege kosten van de dierenarts. De katteneigenaar vordert daarop in reconventie aan haar een bedrag te betalen van € 150, zijnde de dagwaarde van de kat.
De kantonrechter in Amsterdam oordeelt ten eerste dat de hondeneigenaar geen steekhoudend of gemotiveerd verweer heeft gevoerd tegen de onderzoeksbevindingen van de verzekeraar. Bovendien slaagt het beroep op noodweer(exces) van de katteneigenaar en is zij niet aansprakelijk voor de gedraging van haar dier. De kantonrechter wijst de vordering van de hondeneigenaar af en veroordeelt hem in de kosten van de procedure. De vordering in reconventie wijst de kantonrechter toe. De grond hiervoor is dat de hond de kat heeft doodgebeten en de eigenaar van de hond op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk is.
Schade door hondenbeet: hoger beroep hof Amsterdam
De hondeneigenaar laat het hier niet bij zitten en gaat in hoger beroep bij het hof. De vordering van de hondeneigenaar is gebaseerd op artikel 6:179 BW. De advocaat van de hondeneigenaar stelt dat de kat de hond heeft verwond en zij daardoor dierenartskosten heeft gemaakt. De eigenaar van de kat is aansprakelijk voor de gedragingen van haar dier.
Na het bijtincident is de hondeneigenaar diezelfde dag naar de dierenarts geweest met wonden die typisch zijn voor een krab en kattenbeet. De katteneigenaar bestrijdt dit. En verwijst naar het onderzoeksrapport van de verzekeraar.
Bewijslastverdeling voor aansprakelijkheid en schade
Het hof oordeelt als volgt:
“Artikel 6:179 BW bepaalt dat een bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade, tenzij aansprakelijkheid op grond van de eerste afdeling van de derde titel van boek 6 BW zou hebben ontbroken indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad.”
Het ligt op de weg van de hondeneigenaar –op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv, “wie eist die bewijst”- om te stellen en bij gemotiveerde betwisting, te bewijzen dat de kat de hond heeft verwond en de schade heeft aangericht zoals gesteld.
Als wordt uitgegaan van het gegeven dat de verwondingen van de hond zijn aangericht door een kat, kan niet zonder meer worden afgeleid uit het feit dat de kat van gedaagde de verwondingen heeft aangericht aan de hond van eiser. Tijdens de comparitie in eerste aanleg bij de kantonrechter in Amsterdam heeft zij ook niet verklaard dat zij heeft gezien dat de kat de hond heeft gekrabd of gebeten. Wel vertelde zij te hebben gezien dat de hond de kat heeft gegrepen. Ook heeft zij tijdens de comparitie verklaard dat zij na het gevecht de hond heeft gecontroleerd, naar het hof begrijpt, op de aanwezigheid van wonden. Niet heeft zij gesteld dat ze toen wonden heeft gezien.
Ook betwist de hondeneigenaar de hoogte van de eis in reconventie van de katteneigenaar, zijnde veroordeling om te betalen een bedrag van € 150,- vanwege de dood van de kat. Het hof gaat hieraan voorbij nu door een verzekeringsexpert terecht het bedrag heeft begroot op de dagwaarde van de kat ter hoogte van € 150. Het hof laat het vonnis van de kantonrechter in stand en veroordeeld de hondeneigenaar –naast de proceskosten- tot betaling van een bedrag van € 150 aan de katteneigenaar.
Letsel of schade door dieraansprakelijkheid
Bent u gebeten door een hond of een kat. Bent u ten val gekomen door een overstekend dier en lijdt u daardoor schade. Bel voor vrijblijvend advies met onze advocaat gespecialiseerd in aansprakelijkheid en letselschade: 0800-44 55 000 of laat een terugbel verzoek achter.
Door: mr. O.A.M. (Oscar) Hijink, LSA letselschade advocaat
Wij bellen u op werkdagen binnen 15 minuten terug.