Beschikkingsbevoegdheid betekent dat goederenrechtelijk de bevoegdheid bestaat om bepaalde handelingen met betrekking tot een goed te verrichten.
Voorbeelden van handelingen waarvoor beschikkingsbevoegdheid moet bestaan, zijn het overdragen van een goed, het bezwaren van een goed met een beperkt recht of het afstand doen van een beperkt recht. Voorbeelden van beperkte rechten zijn bijvoorbeeld het hypotheekrecht of een pandrecht.
De eigenaar van een goed is niet altijd beschikkingsbevoegd. In faillissement is de curator en niet de failliet beschikkingsbevoegd. Het eigendom van de goederen in de faillisementsboedel blijft gewoon bij de failliet, maar hij kan het goed niet overdragen of verpanden. Vanaf het moment van het uitspreken van het faillissement ontbreekt de beschikkingsbevoegdheid.
Beschikkingsbevoegdheid is een voorwaarde voor de overdracht van een goed. Daarnaast zijn een geldige titel en een leveringshandeling noodzakelijk. De beschikkingsbevoegdheid hoeft alleen op het moment van overdracht of het moment van het vestigen van een recht te bestaan. Een beschikkingsonbevoegd persoon kan een rechtsgeldige koopovereenkomst sluiten, maar de levering van het goed kan pas plaatsvinden als de persoon beschikkingsbevoegd is geworden.