Partners tegenover elkaar aansprakelijk op basis van AVP of koetsiersverzekering. De verzoeker met letselschade en de verweerder zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Tot de huwelijksgemeenschap behoort een paard. Het paard is getraind om als trekpaard voor een koets te lopen. Als het paard letselschade veroorzaakt stelt het slachtoffer zijn partner aansprakelijk voor de letselschade die het paard heeft veroorzaakt, zodat de schade uiteindelijk op een verzekeraar kan worden verhaald.
Letselschade veroorzaakt door een paard
De partner die de bestuurder is van de koets beschikt over een menbewijs (voorheen koetsiersbewijs). De partner met letselschade spreekt haar aan voor de door hem geleden schade en claimt vergoeding daarvan.
Over het algemeen is de bezitter van een paard aansprakelijk voor schade die het paard aanricht door zijn eigen energie op grond van artikel 6:179 BW. De berijder van een paard of in dit geval bestuurder van een koets heeft in veel gevallen een bepaalde mate van eigen schuld voor letsel dat zelf wordt ondergaan. De aansprakelijkheid wordt hierdoor beperkt. Een deel van de schade blijft bij aanwezigheid van eigen schuld voor rekening van het slachtoffer. Aansprakelijkheid in letselschade zaken is een lastig onderwerp. Indien u eigenaar/bezitter bent van een paard of indien u letselschade heeft opgelopen door een paard is het verstandig een deskundige te raadplegen.
Toedracht ongeval en letselschade
Op 29 juni 2008 maken slachtoffer en de aansprakelijk gestelde partij samen met hun dochter, een rit met de koets. De koets werd middels een enkelspan voortgetrokken door een paard. Verweerder zat in de functie van koetsier links voor op de bok. Verzoeker als groom (assistent) links voor op de bok. De dochter zat rechts achterin de koets.
Op een gegeven moment schrikt het paard. Gedupeerde gaat daarop op verzoek van de koetsier (verweerder) naast het paard lopen in de hoop dat het paard kalmeert. Een naderende auto die zag dat het paard onrustig was, zette de auto stil. Daarop heeft het paard gedupeerde tegen de auto aangeduwd. De koets reed hierbij vervolgens over het been van verzoeker. Verzoeker liep een verbrijzeld rechterbeen op doordat hij door de koets werd overreden.
Verzoeker heeft diverse medische behandelingen moeten ondergaan. Na vier jaar behandelen en revalidatie besloot men tot amputatie van het rechteronderbeen tot boven de knie. De letselschade is derhalve ernstig en de beperkingen zijn blijvend.
Aansprakelijkheid bij ongeval en letselschade veroorzaakt door een paard
Het slachtoffer met letselschade spreekt zijn aansprakelijkheidsverzekering (AVP Interpolis) aan en verlangt een schadevergoeding. De AVP verzekeraar laat weten dat de verzekering geen dekking biedt voor door hemzelf geleden schade.
Ook stelt het slachtoffer de WAM-verzekeraar (Allianz) aansprakelijk van de bij het ongeval betrokken auto. Deze verzekeraar wijst de aansprakelijkheid voor de schade af op grond van overmacht van de automobilist.
Tenslotte wordt Hippo International (London) aangesproken. Bij deze verzekeraar is een koetsiersverzekering afgesloten. De koetsiersverzekering wijst aansprakelijkheid af onder verwijzing naar de polisvoorwaarden en stelt dat de verzekering niet de schade dekt die het slachtoffer als particulier lijdt.
Deelgeschillenprocedure Rechtbank Den Haag
Het slachtoffer start een deelgeschilprocedure bij de rechtbank Den Haag. Hij vraagt te verklaren voor recht dat de koetsiersverzekering zijn schade moet vergoeden. Hij stelt hierbij dat zijn partner als koetsier op grond van dieraansprakelijkheid zoals beschreven in artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Het ongeluk is immers veroorzaakt door de eigen energie van het paard. De koetsier was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd voor schade veroorzaakt of ontstaan tijdens de looptijd van de door haar afgesloten koetsiersverzekering. Het gaat hier om een bijzondere aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren, die alleen de koetsier verzekerd als houder van een koetsiersbewijs. Dat het slachtoffer zelf mede-eigenaar is van het paard is niet relevant en staat aansprakelijkheid niet in de weg, aldus de verzoeker in de deelgeschilprocedure.
Aldus de rechter kan de uitspraak op de aansprakelijkheidsvraag een bijdrage leveren in de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen, zodoende is de letselschadezaak geschikt voor behandeling in een deelgeschilprocedure.
Aansprakelijkheid voor dieren
De rechtbank Den Haag stelt vast dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad van de koetsier. De letselschade is ontstaan door de eigen energie van het dier. Aansprakelijkheid voor letselschade veroorzaakt door een paard, zou dan ook moeten worden gevestigd op grond van artikel 6:179 BW.
Verzekeraar verweert zich in eerste instantie door te verwijzen naar het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:162). De Hoge Raad bepaalde dat het artikel niet van toepassing is op personen die medebezitter zijn van het dier, paard. De Rechtbank verwerpt dit verweer. In de genoemde zaak spraken partners (echtgenoten) elkaar aan omdat zij medebezitter waren van een dier en een aansprakelijkheidsverzekering hadden afgesloten ten behoeve van beiden. In de onderhavige letselzaak wordt de partner in de hoedanigheid van koetsier aangesproken niet per se zijnde partner. Ook wordt niet de algemene aansprakelijkheidsverzekering (AVP) van de beide partners aangesproken, maar de specifiek gesloten koetsiersverzekering. Dit is een wezenlijk verschil volgens de rechtbank. De verzekering is dus niet verbonden aan het dier maar aan de hoedanigheid van koetsier.
Dit leidt er toe dat het beroep van de verzekeraar op de uitspraak van de Hoge Raad van 29 januari 2016 niet opgaat en dat de gedupeerde een geslaagd beroep kan doen op de koetsiersverzekering. De rechtbank veroordeeld verzekeraar tot het betalen van een letselschadevergoeding.
Het verhalen van letselschade veroorzaakt door een paard is veelal een zaak voor deskundigen. Bovendien dient een letselschadevergoeding helaas vaak afgedwongen te worden. Aansprakelijke partijen hebben altijd een financieel oogmerk. Verzekeraars proberen hun kosten zo laag mogelijk te houden. Door een deskundige in te schakelen voorkomt u dat uw letselschadezaak geen bevredigende oplossing krijgt.
Kosten deelgeschilprocedure
Binnen de deelgeschilprocedure moeten de kosten van de behandeling van het verzoek op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv worden begroot. Hierbij moeten alle gemaakte redelijke kosten -zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW worden meegenomen. Of de kosten redelijk zijn hangt van de hoogte van de kosten / advocaatkosten en of het redelijk is of de kosten zijn gemaakt.
In het deelgeschil komen alleen de advocaatkosten voor beoordeling in aanmerking die direct verband houden met het deelgeschil. Dat wil zeggen dat alleen de advocaatkosten van het opstellen van het verzoekschrift, enkele voorbereidende werkzaamheden en de behandeling ter zitting worden meegewogen.
De rechtbank matigt het aantal uren tot 20 maal en tarief van € 245,- exclusief BTW en kantooropslag van 6%. Ook dient verzekeraar de griffierechten te vergoeden.
Hulp bij letselschade veroorzaakt door een paard
Heeft u letselschade opgelopen dat is veroorzaakt door een paard? Wilt u weten of u recht heeft op een schadevergoeding en welke schadeposten worden vergoed? Bel met onze letselschade-experts en letselschade-advocaat voor vrijblijvend advies. Bel gratis 0800-4455000. U kunt ook het onderstaande contactformulier gebruiken.
Door: mr. O.A.M. (Oscar) Hijink, LSA letselschade-advocaat