Aansprakelijkheid vrachtwagen voor schade aan monumentale sluis: Een chauffeur parkeert een dieplader, met daarop een boorkraan, op het gewelf van een sluis. Door de zware vrachtwagen combinatie ontstaat schade aan de sluis. De stichting die de sluis beheert, stelt de werkgever van de chauffeur aansprakelijk.
De rechtbank Midden-Nederland wijst de vordering uiteindelijk toe. De vrachtwagen reed een weg in met een inrijverbod. Bovendien had de chauffeur moeten weten dat zijn vrachtwagen schade kon veroorzaken aan de monumentale sluis. Het handelen van de chauffeur was daarom onrechtmatig. De beheerder van de sluis maakt met een rapport van een expert aannemelijk welke schade door de vrachtwagen is ontstaan. De vordering van de stichting wordt daarom toegewezen. De vervoerder is aansprakelijk voor de schade die haar ondergeschikte veroorzaakte aan de historische sluis.
De interessante overwegingen uit deze uitspraak zien op het vaststellen van de onrechtmatigheid en de begroting van de schade. De overwegingen betreffende de vraag of de werkgever aansprakelijk is als opdrachtgever van de chauffeur blijven grotendeels buiten beschouwing in deze bespreking.
Toetsingskader aansprakelijkheid vrachtwagen voor schade aan monumentale sluis
De stichting betaalt € 14.096,85 om de sluis te laten repareren. De stichting stelt niet de chauffeur, maar de werkgever van de chauffeur aansprakelijk. Artikel 6:170 BW bevat namelijk een bepaling waarin staat dat een opdrachtgever aansprakelijk is voor schade door fouten van ondergeschikten. Door de werkgever en niet de chauffeur aansprakelijk te stellen, vergoot de kans dat de schade daadwerkelijk wordt vergoed:
‘Voor toewijzing van de vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 6:170 BW is nodig dat komt vast te staan dat (a) de chauffeur een onrechtmatige daad heeft begaan (het fout-vereiste) en (b) de kans op deze gemaakte fout door de opgedragen werkzaamheden is vergroot (het functioneel verband). Het fout-vereiste en het functioneel verband worden achtereenvolgens besproken.’
Onrechtmatig handelen door inrijden weg met inrijverbod
Het inrijden van en parkeren op de weg met een inrijverbod is in strijd met een wettelijke plicht en is daarom onrechtmatig. De rechter stelt aan de hand van foto’s vast dat het verkeersbord dat het inrijverbod aangeeft daar in 2008 al stond en ook vlak voor de zitting nog aanwezig was. De rechter stelt daarom vast dat er sprake was van een inrijverbod:
‘Zodoende is in deze procedure als onvoldoende gemotiveerd betwist komen vast te staan dat het verkeersbord, inhoudende een algemeen inrijverbod, in ieder geval vanaf 2008, en dus ook tijdens de parkeeractie op 17 augustus 2020, op het gewelf heeft gestaan.’
Onrechtmatig wegens strijdt met de ongeschreven maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen
De rechter vindt daarnaast dat er sprake is van onrechtmatig handelen vanwege strijdt met de (ongeschreven) maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen. Een professionele chauffeur van zwaar en bijzonder materieel moet weten dat een zwaar voertuig schade kan veroorzaken aan historische sluizen en bruggen. Het rijden over en parkeren op het gewelf van de monumentale sluis is daarom onrechtmatig:
‘Het is een feit van algemene bekendheid dat historische sluizen en bruggetjes kwetsbaar zijn en dat zware combinaties vaak verboden zijn in historische binnensteden in verband met te hoge asbelasting. Dit oordeel wordt niet anders door het feit dat de combinatie van de trekker en dieplader niet in zijn geheel op het gewelf geparkeerd heeft gestaan omdat deze combinatie langer is dan het gewelf, en het gewicht van de combinatie is verdeeld over meerdere assen. Als onbetwist gesteld is komen vast te staan dat het gewicht van zelfs een deel van de gehele combinatie, ook als dat gewicht gelijk is aan dat van een normale vrachtwagen (zie punt 2.8), te veel is voor de draagkracht van deze monumentale sluis. Dit had de chauffeur gelet op zijn ervaring redelijkerwijs duidelijk kunnen zijn.’
Verweer aansprakelijke vervoerder
De aansprakelijk gestelde vervoerder vindt dat de chauffeur niet onrechtmatig handelde of dat hem geen verwijt kan worden gemaakt van zijn handelen. De vervoerder geeft aan dat er door de gemeente geen verplichte aanrijdroute voor het bouwverkeer is vastgesteld. De rechter vindt dat dit niet betekent dat er voor de chauffeur geen andere keuze was dan het inrijden van de weg met de sluis. Zelfs als de opdrachtgever deze aanrijroute had verplicht, had de chauffeur volgens de rechter alsnog moeten afzien van het inrijden van de weg.
Schadebegroting schade aan sluis
De schade is begroot op € 14.096,85. De aansprakelijke partij vindt dat slechts een deel van deze schade voor rekening moet komen. Een deel van de schade zou al eerder door een andere oorzaak zijn ontstaan. De beheerder van de sluis geeft aan dat de expert de opdracht heeft gekregen om alleen de nieuwe schade te beoordelen. De rechter vindt dat de aansprakelijk partij onvoldoende heeft aangetoond dat de begrote schade niet door haar is ontstaan. Het bedrag wordt daarom toegewezen.
Multicausaliteit schade aan sluis
De aansprakelijke partij vindt dat zij niet aansprakelijk is, omdat er mogelijk andere oorzaken voor de schade zijn aan te wijzen. De chauffeur was met de dieplader onderweg naar een bouwproject. In de omgeving van de sluis zijn daarom ook heiwerkzaamheden uitgevoerd. De rechter concludeert dat de funderingswerkzaamheden in het rapport van de expert niet worden genoemd als oorzaak van de schade. De rechter ziet daarom geen alternatieve verklaring voor de schade.
Bespreek uw schade met een advocaat aansprakelijkheidsrecht
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 21 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2840