Beroepsfout letselschadeadvocaat – Door eiseres wordt in een gerechtelijke procedure gesteld dat haar letselschadeadvocaat een beroepsfout maakte vanwege het ontbreken van een voorbehoud bij de afwikkeling voor toekomstige klachten.
De Hoge Raad heeft te oordelen over een gestelde beroepsfout van een advocaat bij de afwikkeling van de letselschade van een minderjarig kind. De advocaat neemt geen voorbehoud voor toekomstige klachtentoename op in de letselschade-afwikkeling.
Beroepsfout letselschadeadvocaat
De kwestie gaat over een kindje van destijds 12 jaar dat wordt aangereden door een auto. Het kind raakt ernstig gewond en brak haar linkerenkel. De WAM verzekeraar van de automobilist erkent aansprakelijkheid voor het verkeersongeluk.
Vervolgens, een maand na het verkeersongeluk komt het kind ten val op het ijs. Zij scheurt daarbij haar patellapees van de linkerknie. Zij wordt hieraan geopereerd.
Vast komt te staan tussen partijen dat de val op het ijs en de scheuring van de patellapees van de linkerknie in oorzakelijk verband staat met de linkerenkel breuk veroorzaakt door het verkeersongeluk.
Ook is van belang dat het kind voor het verkeersongeval onder behandeling stond van de orthopedisch chirurg vanwege klachten door een skeletafwijking. De afwijking betreft een scheefstand van het bekken, scoliose en een verkromming van de ruggengraat.
Door de advocaat en verzekeraar is medisch advies ingewonnen.
Het kind wordt in de letselschadeprocedure bijgestaan door een letselschadeadvocaat. De letselschadeadvocaat heeft de hele afwikkeling en onderhandeling met verzekeraar gevoerd.
Zodra er een medische eindtoestand is ontstaan treffen partijen een schikking. De letselschadeadvocaat adviseert over de afwikkeling. De afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Bij de letselschade-afwikkeling wordt geen voorbehoud opgenomen, in de zin van een clausule dat bij verslechtering van de ongevalsverwondingen de letselzaak wordt heropend.
Toename klachten letselschade door verslechtering
Ongeveer 10 jaar later stelt het kind dat haar klachten toenemen, oftewel er een verslechtering optreedt van de toestand van haar linkerenkel en linkerknie. De klachten zijn zo ernstig dat zij haar beroep niet meer kan uitoefenen. Daardoor ontstaat verlies aan arbeidsvermogen.
De letselzaak is 10 jaar daarvoor definitief gesloten. Voor de extra letselschade kan het kind niet meer aankloppen bij verzekeraar. Hierop stelt zij haar letselschadeadvocaat aansprakelijk voor een gemaakte beroepsfout. De beroepsfout houdt in dat hij verzuimde een voorbehoud op te nemen bij de afwikkeling voor te verwachten verslechtering.
Aansprakelijkheid voor beroepsfout letselschadeadvocaat
Omdat de verzekeraar van de letselschadeadvocaat weigert aansprakelijkheid te erkennen, start zij een rechtszaak bij de rechtbank Maastricht. Het kind vordert te verklaren voor recht dat de advocaat bij de verleende rechtsbijstand niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Verder vraagt ze de rechtbank Maastricht uit te spreken dat de verzekeraar van de advocaat haar schade moet vergoeden.
De letselschadeadvocaat voert verweer en stelt dat verslechtering geen gevolg is van de beide ongevallen uit 1994. Het verwijt dat er geen voorbehoud is opgenomen bij de afwikkeling van de letselschadezaak, wordt daarmee niet relevant. De rechtbank Maastricht volgt het verweer van de advocaat omdat onvoldoende is aangetoond dat de verslechtering komt door de kwetsuren ontstaan door de ongelukken in 1994. Oftewel de rechtbank Maastricht ziet geen causaal verband tussen de huidige verslechteringen en de ongelukken in 1995.
Hoger beroep letselzaak ’s Hertogenbosch
Het kind gaat in hoger beroep bij het hof Den Bosch. Gegriefd wordt tegen de afwijzing van het causaal verband tussen de ongelukken in 1994 en de verslechtering. Bovendien heeft de rechtbank Maastricht het aanbod van het kind tot het leveren van bewijs over het verband tussen ongelukken en medische verslechtering onterecht gepasseerd.
Het hof ’s Hertogenbosch stelt allereerst het kind als eisende partij in de gelegenheid aan te tonen dat de verslechtering van de linkerenkel en linkerknie een gevolg is van de ongelukken in 1994.
Het hof ’s Hertogenbosch merkt op dat voor het toewijzen van de schadevordering moet komen vast te staan dat:
- dat de letselschadeadvocaat een beroepsfout heeft gemaakt door te verzuimen een voorbehoud te laten opnemen in de vaststellingsovereenkomst en de ouders van het kind daarin juridisch te adviseren;
- dat er een causaal verband bestaat tussen de handelwijze van de letselschadeadvocaat en het feit dat in de vaststellingsovereenkomst geen voorbehoud is opgenomen;
- dat de huidige verslechteringen in oorzakelijk verband staan met de verwondingen ontstaan door de ongelukken in 1994.
Bewijslast letselschade
Eiseres brengt de adviezen van medisch adviseurs in de letselprocedure en brieven van de orthopedisch chirurg en een sportarts. Hierin komen de al aanwezig skeletafwijking en de kwetsuren door de ongevallen aan de orde.
De medisch adviseurs en de orthopeed geven aan geen verslechteringen te verwachten in de zin van slijtage of atrofie. De sportarts meent daarentegen van wel.
Het hof Den Bosch neemt daarbij in aanmerking dat eiseres op de hoogte was van de brieven van de orthopeed en de beide medisch adviseurs.
Het verwijt aan de letselschadeadvocaat dat deze heeft verzuimd een voorbehoud op te nemen in de afwikkeling, is hiermee onterecht. Er was gezien deze adviezen van medisch adviseurs en orthopedisch chirurg geen aanleiding om een medisch voorbehoud te bedingen in de afwikkeling van de letselzaak. Het verwijt dat de letseladvocaat verzuimde een voorbehoud te laten opnemen en daartoe wel was gehouden slaagt daarmee al niet.
Het hof Den Bosch komt daarmee tot dezelfde uitkomst al was het op andere gronden. Het hof ’s Hertogenbosch bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Maastricht en wijst de letselvordering af.
Geen aansprakelijkheid beroepsfout letselschadeadvocaat
Vervolgens gaat het kind naar de Hoge Raad, zij stelt cassatie in.
Vast staat in cassatie dat het letselschadeslachtoffer ongelukken heeft gehad en daarbij letselschade opliep. Ook staat vast dat zij een skeletafwijking had, een zogenaamde orthopedische predispositie, en dat dat grote gevolgen zou hebben voor de toekomst.
Het kind met letselschade is echter van mening dat het hof Den Bosch aansprakelijkheid had moeten aannemen voor een beroepsfout omdat de letselschadeadvocaat verzuimde een voorbehoud op te nemen in de afwikkelingsovereenkomst.
Ook neemt het hof onterecht aan -op basis van de medische adviezen en de brief van de orthopeed- dat er geen verslechteringen te verwachten zouden zijn van de ongevalsverwondingen in de toekomst.
Tenslotte wordt de advocaat verweten de ouders van het kind niet juist of onvolledig te hebben geïnformeerd. Hij had hen moeten beletten de vaststellingsovereenkomst te tekenen zonder voorbehoud voor toekomstige letselschade.
De Hoge Raad verwerpt de klachten. Waarmee uiteindelijk komt vast te staan dat de letselschadeadvocaat geen redenen had om te adviseren tot het opnemen van een voorbehoud. De medische informatie was eenduidig over de gevolgen van de verwondingen. Er waren geen ongevalsgerelateerde verslechteringen te verwachten (volledige arrest)
Advies bij letselschade afwikkeling
Heeft u letselschade opgelopen door een ongeluk. Wilt u advies van een letselschadeadvocaat. Bel vrijblijvend 0800-4455000. Ook kunt u onderstaand uw gegevens achterlaten, dan bellen wij u. Wij proberen op werkdagen te doen binnen 15 minuten.