Bij montagewerkzaamheden schiet de haak van een hijskraan los. De haak of de ketting waarmee deze is gemonteerd, raakt een monteur op zijn elleboog waardoor letselschade ontstaat. Het gerechtshof Den Bosch beoordeelt de schadeclaim. De voornaamste vraag is wat precies de oorzaak is van het ongeval met de kraan. Is de haak per ongeluk blijven hangen en losgeschoten of hebben de werknemers de hijskraan ten onrechte gebruikt om een afdekplaat iets omhoog te tillen?
De werknemer takelt samen met een collega zijwanden in een metalen constructie. De zijwanden wegen 50 kilo en worden met een hijskraan getild. Als de hijskraan wordt losgekoppeld van de zijwand blijft de haak hangen achter de stalen constructie. De haak schiet daarna los. De werknemer wordt door de haak of een ketting die aan de kraan is bevestigd geraakt op zijn elleboog. De werknemer loopt ernstig armletsel op bij het bouwongeval. De man wordt meerdere malen geopereerd. Door een infectie van bod en merg ontstaat ook zenuwschade.
De werknemer denkt echter dat de haak niet is blijven hangen, maar dat deze in strijd met de gegeven instructies is gebruikt om een afdekplaat een stukje op te lichten. Dit betekent volgens de werkgever dat er sprake is van bewuste roekeloosheid en dat er geen recht bestaat op een schadevergoeding.
Aansprakelijkheid werkgever bouwongeval met hijskraan
Als een werknemer gewond raakt tijdens zijn werkzaamheden is de werkgever aansprakelijk, tenzij de werkgever aantoont dat de zorgplicht is nagekomen of dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De werkgever vindt dat er in dit geval sprake nis van bewuste roekeloosheid, omdat de werknemers de kraan gebruikt hebben op een manier die niet was toegestaan en waarvan het gevaar bekend was.
De werknemer eist een schadevergoeding. De werkgever wijst de aansprakelijkheid af. Ondanks specifieke instructies zou de werknemer voor het bevestigen van een hijsklem aan de halkraan een haak hebben gebruikt in plaats van een sluiting. De werkgever vindt dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid nu de werknemer in strijdt met de gegeven instructies een haak in plaats van een klem gebruikte.
Geen bewijs voor onjuist gebruik van halkraan
De voornaamste vraag in deze procedure is hoe het ongeval plaatsvond. De werkgever doet een beroep op bewuste roekeloosheid en moet daarvoor bewijs leveren. Het slachtoffer en zijn collega, de enige twee getuigen van het ongeval, verklaren dat de haak bleef hangen en vervolgens met veel kracht los schoot. De werkgever stelt dat de werknemers de kraan op een onjuiste wijze hebben gebruikt om een ijzeren dekplaat een klein stukje omhoog te tillen. De rechter kan op grond van het bewijs niet vaststellen wat er precies is gebeurd en hoe de kraan is gebruikt. Verschillende collega´s verklaren dat de kraan op onjuiste wijze is gebruikt, maar zij hebben het ongeval allemaal niet gezien. De rechter beslist uiteindelijk dat er onvoldoende bewijs is waaruit blijkt dat de lezing van de werkgever klopt. Het bewijs voor bewust roekeloos handelen is daarom niet geleverd en de vordering wordt afgewezen.
Gebruik haak niet bewust roekeloos
De rechter benoemt nog dat ook het onjuist gebruik van de halkraan niet betekent dat er sprake is van bewuste roekeloosheid. Om bewuste roekeloosheid aan te nemen, moet komen vast te staan dat de werknemer voorafgaand aan een ongeval besef heeft van het gevaar van zijn handelen. Daarbij speelt mee dat we aannemen dat de oplettendheid van werknemers afneemt als de werknemer regelmatig de zelfde handelingen verricht. De rechter benoemt daarom dat er ook geen sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid als de werknemers de kraan wel gebruikt hebben om een horizontale afdekplaat even op te tillen:
‘In artikel 7:658 BW is daarom tot uitdrukking gebracht dat de werknemer slechts in bijzondere gevallen het risico dient te dragen van de onzorgvuldige uitoefening van zijn werkzaamheden, temeer nu het een ervaringsfeit is dat de dagelijkse omgang met machines, werktuigen en gereedschappen de werknemer er licht toe zal brengen niet alle voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken raadzaam is (o.m. HR 9 januari 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5504).’
Geen melding bij arbeidsinspectie
De werkgever deed na het ongeval geen melding bij de arbeidsinspectie. De werknemer raakte vrij ernstig gewond, daarom had de werkgever het arbeidsongeval moeten melden. Doordat er niet direct melding is gedaan, is er pas op een later moment een onderzoek uitgevoerd door de arbeidsinspectie. Door de late melding is er onvoldoende informatie over de precieze gang van zaken tijdens het ongeval. De te monteren wandplaten, hijskraan en dergelijke zijn hierdoor niet onderzocht. Bovendien is de enige getuige van het ongeval onvindbaar. Deze persoon kan dus niet nogmaals een verklaring afleggen. Omdat de werkgever geen melding deed bij de arbeidsinspectie komt deze onduidelijkheid voor rekening van de werkgever:
‘Voor zover het tijdsverloop een rol zou spelen in de waardering van de getuigenverklaringen komt dat daarom eerder voor rekening van [werkgever] dan [werknemer]‘
Gratis juridische hulp bij uw schadeclaim
Gratis uw schadeclaim laten afhandelen? Neem contact op. Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000, ons e-mail adres is info@hijink.com, bovendien kunt u een terugbelverzoek doen door het onderstaande formulier in te vullen.
Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 27 februari 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:600