De partner van een mishandelde man vordert affectieschade. De zaak komt uiteindelijk bij de Hoge Raad. De Hoge Raad bepaalt dat er bij 70% blijvende functionele invaliditeit of ernstig en blijvend letsel met grote gevolgen voor de naasten recht bestaat op vergoeding van affectieschade.
Een man slaat een andere man met een golfstick op zijn hoofd. Het slachtoffer loopt ernstig letsel op. De dader wordt veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. De partner van het slachtoffer van de mishandeling vordert € 17.500,– affectieschade van de dader. De vrouw heeft door de gebeurtenissen last van depressieve klachten en angstaanvallen.
70% blijvende functionele invaliditeit
De rechtbank wijst de vordering af. Volgens de rechtbank moet er sprake zijn van 70% blijvende functionele invaliditeit. Bij het slachtoffer is sprake van 15-29% functieverlies. Daarom is volgens de rechtbank niet voldaan aan de vereisten voor de toekenning van affectieschade. De zaak gaat vervolgens naar het gerechtshof.
Ernstig en blijvend letsel
Het gerechtshof wijst de affectieschade toe. Volgens het hof is er sprake van ernstig en blijvend letsel. Daarom heeft het slachtoffer recht op affectieschade. Tegen dit oordeel van het gerechtshof wordt cassatie ingesteld. Dit betekent dat de zaak bij de Hoge Raad terecht komt. De Hoge Raad beoordeelt of het recht goed is toegepast.
Hoge Raad: ernstig blijvend letsel
De Hoge Raad oordeelt dat bij 70% blijvende functionele invaliditeit en bij ernstig en blijvend letsel met grote gevolgen voor de naasten recht bestaat op affectieschadevergoeding. De motivering van het gerechtshof is volgens de Hoge Raad onvoldoende. Het gerechtshof heeft niet onderzocht wat de gevolgen zijn van het letsel van het slachtoffer voor de naaste. Dat er sprake is van ernstig en blijvend letsel is volgens de Hoge Raad onvoldoende onderbouwd door het hof:
“Het hof heeft geen vaststellingen gedaan over de mate van de blijvende functiestoornis bij het slachtoffer noch over de invloed van het letsel van het slachtoffer op het leven van eiseres. Het oordeel van het hof dat niettemin sprake is van ernstig en blijvend letsel is, in het licht van de onderbouwing van de vorderingen van de benadeelde partijen, het door de raadsvrouw van de verdachte tegen de vordering van de benadeelde partij gevoerde verweer en de inhoud van het rapport van psychiater Liesdek, niet zonder meer begrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat het hof geen nadere vaststellingen heeft gedaan over de (al dan niet blijvende) aard en ernst van de geconstateerde geheugenproblemen, concentratieproblemen, vermoeidheid en prikkelbaarheid bij het slachtoffer.”
De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het gerechtshof. De partner van de mishandelde man kan daar nogmaals proberen aan te tonen dat er sprake is van ernstig en blijvend letsel dat voor haar grote gevolgen heeft.
Belang arrest Hoge Raad
Uit het arrest blijkt duidelijk dat er twee manieren zijn om vast te stellen dat er recht bestaat op een vergoeding van affectieschade. Namelijk bij:
- 70% blijvende functionele invaliditeit;
- als het letsel zodanig ernstig en blijvend letsel is dat dit grote gevolgen heeft voor de naasten van het slachtoffer.
In de praktijk betekent dit dat bij het instellen van een vordering een keuze wordt gemaakt. De eiser kan vervolgens onderbouwen waarom er sprake is van 70% blijvende functionele invaliditeit of ernstig en blijvend letsel. Bij ernstig en blijvend letsel moet de eiser dus ook onderbouwen welke invloed het letsel van het slachtoffer op hem of haar heeft.
Bespreek uw schadevergoeding
Overleg met een specialist geeft direct inzicht in uw recht op een schadevergoeding. Neem contact op voor een eerlijk advies. Bel naar 0800-4455000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.