Lichamelijk en geestelijk letsel moet worden aangetoond. Het is niet mogelijk om schade te claimen als deze niet is vastgesteld door een dokter of psycholoog. In een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam wijst de rechter een schadeclaim af, omdat het slachtoffer niet aantoont dat zij schade leed in de uitoefening van haar werkzaamheden.
Een vrouw loopt glasverwonding op als zij tijdens een storm in een kas werkt. De vrouw vindt dat haar werkgever aansprakelijk is voor de schade, omdat zij ondanks de weerswaarschuwingen in de kas aan het werk is gezet. Bovendien zou de kas niet goed zijn onderhouden. Het slachtoffer stelt dat zij door het vallende glas op diverse plekken ontsierende littekens heeft. Daarnaast zegt de vrouw last te hebben van paniekaanvallen.
Bewijs van schade in uitoefening van werkzaamheden
De bewijslast na een bedrijfsongeval is klein. De werknemer toont alleen aan dat er schade is geleden tijdens het werk. De werkgever moet daarna aantonen dat de zorgplicht is nageleefd. Als de werkgever dit bewijs niet levert, krijgt de werknemer een letselschadevergoeding:
‘In lijn met de hoofdregel van artikel 150 Rv dient de werknemer, die zijn werkgever aansprakelijk houdt voor een schending van diens zorgplicht, te stellen en – bij betwisting – te bewijzen dat zij schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden.’

Bewijs geestelijk letsel
De vrouw stelt dat zij last heeft van ontsierende littekens. Dit is een vorm van geestelijk letsel. Een litteken op een zichtbare plaats kan bijvoorbeeld een gevoel van onzekerheid geven of het slachtoffer beperken bij het dragen van bepaalde kleding. Ook dit geestelijk letsel moet worden vastgelegd. Bezoek daarom altijd een psycholoog als u geestelijk letsel oploopt bij een bedrijfsongeval. In dit geval bestaat het bewijs van het slachtoffer alleen uit een foto waarop snijwonden te zien zijn. Hieruit kan eventueel worden afgeleid dat de vrouw gewond raakte, maar dit is geen bewijs van de omvang van de schade:
‘De kantonrechter heeft voor de gestelde schade alleen een foto met snijwonden van [eiseres] gezien. [eiseres] heeft verder niet gesteld en ook niet onderbouwd welke materiële en immateriële schade zij heeft geleden of in de toekomst zou lijden.’
Zonder bewijs van schade geen beoordeling van de zorgplicht
De rechter wijst de vordering af. Er is geen bewijs waaruit blijkt dat de vrouw schade leed door een ongeval tijdens haar werk. De rechter beoordeelt daarom niet of er sprake is van een schending van de zorgplicht:
‘Gelet op het bovenstaande is niet vast komen te staan dat [eiseres] schade heeft geleden of zal lijden die voor vergoeding in aanmerking komt. Reeds daarom heeft [eiseres] ook geen belang bij de door haar gevorderde verklaring voor recht. De vragen of er al dan niet sprake was van een bedrijfsongeval en of Bryte al dan niet aan haar zorgplicht in de zin van artikel 7:658 BW heeft voldaan behoeven daarom niet meer in deze procedure te worden beoordeeld.’
Gratis advies en rechtsbijstand bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Rotterdam 21 februari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:3381