Een vrouw loopt na het kopen van een parkeerkaartje door een groenstrook naar haar auto als zij valt en letselschade oploopt. De rechtbank Midden-Nederland beoordeelt of de beheerder van de parkeerplaats aansprakelijk is voor de schade die ontstond doordat de vrouw struikelde bij het lopen door een groenstrook.
De rechter wijst de vordering uiteindelijk af. Een groenstreek is geen deel van de openbare weg, waardoor er geen sprake kan zijn van aansprakelijkheid van de wegbeheerder wegens een gebrek aan de weg. Daarnaast is er volgens de rechter ook geen sprake van gevaarzetting. Het lopen over grind, gras of onkruid levert geen gevaar op. De wegbeheerder hoeft bovendien niet te verwachten dat mensen door de groenstrook lopen.
Vrouw struikelt in groenstrook
De vrouw koopt een kaartje en loopt via de groenstrook naar haar auto. Als de vrouw door de groenstrook achter de kaartautomaat loopt, struikelt zij over het onkruid. De vrouw breekt bij de val haar pols, loopt knieletsel op en heeft enkele schaafwonden in haar gezicht. De vrouw verzoekt de rechter om vast te stellen dat de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor haar letselschade.
Geen aansprakelijkheid van de wegbeheerder voor ongeval in groenstrook
Een groenstrook is geen onderdeel van de openbare weg en valt niet onder bereik van artikel 6:174 BW. Daarom kan er volgens de rechter geen sprake zijn van aansprakelijkheid van de wegbeheerder:
‘De gemeente voert aan dat een groenstrook geen onderdeel is van – kort gezegd – de openbare weg en daarmee niet onder het bereik van artikel 6:174 BW valt. De rechtbank is het met de gemeente eens dat een groenstrook niet gerekend wordt tot de openbare weg. Dat leidt de rechtbank af uit de wetsgeschiedenis waar staat dat voor de uitleg van het begrip openbare weg in artikel 6:174 lid 2 BW aansluiting moet worden gezocht bij de Wegenwet. In artikel 1 van de Wegenwet staat dat onder wegen ook worden verstaan voetpaden, rijwielpaden, jaagpaden, dreven, molenwegen, kerkwegen en andere verkeersbanen voor beperkt gebruik. Groenstroken staan daarbij niet opgesomd. Een groenstrook is dus geen (openbare) weg zodat artikel 6:174 BW hier inderdaad niet kan worden toegepast.’
Geen gevaarzetting door groenstrook met onkruid
De rechter gaat vervolgens in op de vraag of er sprake is van gevaarzetting. Gevaarzetting betekent dat er een verplichting bestaat om schade te vergoeden vanwege het veroorzaken van een situatie waarin de kans op ongelukken en schade groot is. De rechter vindt echter dat er geen sprake is van gevaarzetting, omdat de kans op een ongeval en de kans op (ernstig) letsel klein is bij het lopen over grind, gras of door het onkruid. Bovendien is er volgens de rechter geen sprake van een situatie waarin gewaarschuwd moet worden voor een bepaald gevaar:
‘Over het algemeen is de kans dat zich een ongeval voordoet op een parkeerplaats die bedekt is met grind en een berm heeft waar gras/onkruid staat klein. Zo’n inrichting vergt geen specifiek gevaar in zich, ook al is niet elk risico uit te bannen. Dit geldt ook voor de ernst van de gevolgen van een eventueel ongeval. Bij een val tijdens het lopen over grind, gras of onkruid ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat ernstig letsel optreedt. De rechtbank ziet verder ook niet in waarop weggebruikers in een situatie als deze van parkeerplaats Oliemolenhof geattendeerd zouden moeten worden.’
De rechter overweegt ook dat de wegbeheerder geen rekening hoeft te houden met personen die door de groenstrook lopen:
‘De gemeente hoeft niet te verwachten dat gebruikers van de parkeerplaats de ticketautomaat van de achterkant, door het gras/onkruid, naderen of verlaten.’
Ten overvloede benoemt de rechter nog dat de parkeerplaats wellicht niet helemaal is aangelegd zoals we in Nederland gewend zijn, maar dat dit de parkeerplaats niet ongeschikt maakt. In dit geval is er daarom geen sprake van onrechtmatig handelen van de wegbeheerder, maar van een ongelukkige samenloop van omstandigheden:
‘Van parkeerplaats Oliemolenhof zou misschien kunnen worden gezegd dat deze niet helemaal past in het plaatje van het doorgaans “aangeharkte” Nederland maar dit betekent niet dat hier sprake is van een gebrekkige opstal. De rechtbank concludeert dat de ongelukkige val die [verzoekende partij] is overkomen niet het gevolg is van een gevaarzettende situatie maar een ongelukkige samenloop van omstandigheden is geweest. Daarvoor is de gemeente niet aansprakelijk.’
Schakel kosteloos een letselschade advocaat in
Neem contact op. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 2 oktober 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5776