Letselschade passagier scooter: De rechtbank Gelderland behandelde onlangs een schadeclaim van een man die gewond raakt terwijl hij achterop een scooter zit. De passagier op de bromfiets/scooter loopt letselschade op als de scooter botst met een auto. De automobilist verleende geen voorrang, maar ook de bestuurder en opzittende van de scooter kan een groot aantal verwijten gemaakt worden. De uitspraak geeft inzicht in een groot aantal onderwerpen dat aan de orde kan komen bij het afhandelen van de letselschade van een passagier achterop een scooter.
De aanrijding vindt plaats in het donker. De scooter reed ongeveer 30 á 40 km/u op een voetpad en het zebrapad. De auto stopte voor een fietser, trok op en reed tegen de scooter aan. Juridisch gezien is het een prachtuitspraak, omdat een groot aantal onderwerpen in de uitspraak aan de orde komt waaronder het Waarborgfondsmotorverkeer, de schuldloze derde regeling, een ingewikkelde causale verdeling, een billijkheidscorrectie die afhankelijk is van een bewijsopdracht, de gebondenheid aan een verklaring gericht tot een derde en een inhoudelijke beslissing in een deelgeschil waarin een getuigenverhoor noodzakelijk is.
Deelgeschil uitspraak voor twee verschillende situaties
Een van de opmerkelijkste aspecten van dit vonnis is de beslissing. De rechter beschrijft twee scenario’s en bepaalt wat er in beide gevallen moet gebeuren. De vraag is of de passagier wist of moest weten dat de bestuurder nog geen 16 jaar was en geen rijbewijs had. Deze vraag kan de rechter niet beantwoorden. Desondanks denkt de rechter dat een uitspraak kan bijdragen aan het sluiten van een overeenkomst tussen partijen.
‘Dit zal in deze procedure ook in het midden blijven. Bewijslevering zal namelijk getuigenverhoren vergen waarvan de investering in tijd, geld en moeite niet opweegt tegen het belang van de vordering en de bijdrage die een beslissing kan leveren aan de totstandkoming van een minnelijke regeling (artikel 1019z Rv). Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [eiser] de omvang van de schade niet concreet heeft gemaakt en dat de blijvende klachten beperkt lijken, en voorts dat, gelet op het hierna volgende, ook zonder bewijslevering een beslissing op de verzoeken kan worden gegeven, alleen niet zo gedetailleerd als partijen wellicht voor ogen hebben.’
Staat van de scooter bij de aanrijding
De jongen van 15 achterop de scooter loopt ernstig letsel op. Waaronder een hersenschudding, gebroken schouderblad en gebroken wervels en ribben. Bij de aanrijding droeg de passagier geen helm. De bestuurder van de scooter beschikte niet over een rijbewijs. De scooter staat op naam van de moeder van de minderjarige bestuurder en is onverzekerd en opgevoerd. Met de scooter is ook mechanisch van alles mis. De lampen werken niet of niet goed, geen toeter, geen snelheidsmeter, geen reflectie en de staat van onderhoud is slecht. De koplamp ontbreekt zelfs volledig. Op de plaats van de koplamp is een LED-lampje bevestigd. De rechter stelt bovendien vast dat de scooter op het voetpad en het zebrapad reed.
Passagier scooter beoordeelt de mogelijkheden om schade te claimen
Na de aanrijding stelt de passagier met letselschade de bestuurder en diens moeder aansprakelijk. Zij wijzen de aansprakelijkheid af en lijken bovendien financieel niet in staat om de schade te betalen. Daarom klopt de eiser aan bij het Waarborgfonds Motorverkeer. Deze stichting vergoedt onder andere door onverzekerde motorvoertuigen veroorzaakte schade. Het Waarborgfonds betaalt alleen als er geen andere mogelijkhedenzijn om een schadevergoeding te krijgen. Het Waarborgfonds verwijst daarom naar de verzekeraar van de auto waar de scooter tegenaan reed. De verzekeraar biedt aan 50% van de schade te vergoeden. De passagier stapt daarop naar de rechter om te laten vaststellen dat alle of in ieder geval meer dan de helft van de schade vergoed moet worden.
Passagier scooter is schuldloze derde
Een passagier van een motorvoertuig kan meestal alle bij een aanrijding betrokken verzekeraars vragen om een schadevergoeding. Dit noemen we de schuldloze derde regeling. De passagier blijft door deze regeling buiten de discussie over de aansprakelijkheid. De verzekeraar tot wie de passagier zich wendt, handelt de schade af en verrekent dit later met de aansprakelijke verzekeraar.
Verzekeraar auto treedt op als verzekeraar onverzekerde scooter
De passagier stelt de verzekeraar van de betrokken automobilist aansprakelijk. Deze verzekeraar handelt op grond van de schuldloze derde regeling alle schade van het slachtoffer af. De verzekeraar treedt daarom ook op als verzekeraar van de scooter. De scooter is onverzekerd. De regelend verzekeraar kan het deel van de schade dat voor rekening van de scooterbestuurder komt verhalen op de ouders van de minderjarige bestuurder of het Waarborgfondsmotorverkeer.
Geen voorrang verlenen
Drie partijen maken fouten waardoor de aanrijding en de schade ontstaat. De automobilist verleende geen voorrang en is daarom aansprakelijk voor de schade. Er wordt in deze procedure geen beroep gedaan op overmacht. Overmacht betekent dat een weggebruiker geen schuld heeft aan een aanrijding. Het is jammer dat de rechter niet beoordeelt of de automobilist rekening moest houden met een scooter die met 30 á 40 km/u, zonder deugdelijke verlichting over een zebrapad rijdt. Op grond van de voorrangsfout van de automobilist stelt de rechter vast dat bestuurde aansprakelijk is voor (een deel van) de schade:
‘Artikel 80 RVV: “Haaientanden hebben de volgende betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.”
Geen helm dragen achterop een scooter
De passagier van de scooter droeg geen helm. Als een verplichte helm niet wordt gedragen, blijft 25% van de schade voor rekening van het slachtoffer. Dit percentage kan hoger of lager zijn op grond van de gevolgen van het niet dragen van een helm. Naast een hersenschudding ontstaat er in dit geval ook letsel aan ribben en wervels. De rechter vindt het normale percentage van 25% daarom redelijk.
Wanneer mag je niet achterop een scooter stappen?
Vervolgens kijkt de rechter naar de vraag of de passagier op de scooter ook ander verwijten kan worden gemaakt. De scooter was min of meer onverlicht, slecht onderhouden en opgevoerd. De bestuurder was 15 en kon daarom geen geldig rijbewijs hebben. De vraag is daarom of we de passagier kunnen verwijten dat hij achterop de scooter is gestapt. De rechter kan deze vraag niet beantwoorden en gaat daarom uit van twee situaties. De situatie waarin de passagier wist of behoorde te weten dat de bestuurder 15 jaar was en geen rijbewijs had en de situatie waarin de passagier dit niet wist of kon weten. De rechter benoemt wel dat de bestuurder 15 jaar was en dat de tegenpartij niet heeft aangevoerd dat hij er jong uitzag, maar kan door een gebrek aan bewijs niet vaststellen welke situatie aan de orde is:
‘In het algemeen mag worden aangenomen dat iemand die een motorvoertuig bestuurt daartoe in staat en bevoegdheid is. Dit kan anders zijn indien de bestuurder zo jeugdig oogt dat twijfel gerechtvaardigd is. Het gaat hier echter om een bestuurder die bijna oud genoeg was om een brommer te mogen besturen en van wie Allianz niet heeft gesteld en ook niet is gebleken dat hij een bijzonder jeugdige indruk maakte.’
Passagier scooter moest weten dat verlichting niet werkte
De verlichting van een scooter hoort dusdanig te zijn dat de persoon achterop de scooter kan vaststellen of deze werkt. Dat de scooter onverlicht was had daarom reden moeten zijn om niet achterop te stappen of om de bestuurder te laten stoppen en af te stappen. Dat de bestuurder het zicht van de passagier mogelijk belemmerde, maakt dit volgens de rechter niet anders.
Passagier kon niet weten dat scooter was opgevoerd
Dat de scooter was opgevoerd, kon de passagier ook niet weten. De scooter reed niet harder dan de maximaal toegestane snelheid. Als de passagier wel weet of kon weten dat de scooter is opgevoerd en te hard rijden een rol speelt bij de aanrijding dan blijft dus een groter deel van de schade voor eigen rekening van het slachtoffer.
Twee mogelijke situaties in vonnis
De rechter verwijt de passagier dat hij achter op brommer is gestapt zonder goede verlichting. Of de passagier ook verweten kan worden dat hij achterop zat bij een persoon zonder rijbewijs is onduidelijk. De rechter vindt daarom dat er sprake is van 25% of 33% eigen schuld bovenop de eigen schuld die samenhangt met het niet dragen van een helm. De aansprakelijke partij is daarom gehouden 42 of 505 van de schade te vergoeden:
‘verklaart voor recht dat Allianz gehouden is in situatie A 67% van de als gevolg van het ongeval op 27 oktober 2020 door [eiser] geleden en nog te lijden (materiële en immateriële) schade te vergoeden en in situatie B 75%, steeds met dien verstande dat voor zover de schade door het niet dragen van de helm is verergerd, Allianz slechts gehouden is deze schade voor respectievelijk 42% (situatie A) en 50% (situatie B) te vergoeden.’
Toezegging in brief
De eiser doet nog een beroep op een e-mail die hij van het Waarborgfonds ontving. In deze e-mail staat dat de bij de aanrijding betrokken automobilist, althans diens verzekeraar, 75 aansprakelijkheid zou hebben erkend. De rechter wijst dit echter af. Volgens de rechter is onduidelijk of deze erkenning de schade van de passagier op de scooter betreft of de schade van de automobilist:
‘Bij e-mail van 13 juni 2022 heeft het Waarborgfonds aan [eiser] het volgende bericht: “Richting ons heeft de wederpartij (de automobilist) genoegen genomen met een 25% vergoeding op grond van zijn voorrangsverplichting. Wij peinzen er niet over om de schade in behandeling te nemen. Met u delen wij de mening dat een deelgeschil niet nodig zou moeten zijn. Aangezien tegenpartij haar aandeel in de aanrijding van 75% heeft geaccepteerd.”’
Gratis uw schade claimen
Juridische hulp bij letselschade is een deel van uw schadevergoeding. Schakel kosteloos een specialist in! Bel naar 0800- 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in om gebeld te worden.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Gelderland 4 april 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2222