Overlijdensschade na een ongeval bestaat uit begrafeniskosten en vergoeding van weggevallen levensonderhoud.
Bij het overlijden van een naaste bestaat er mogelijk recht op vergoeding van overlijdensschade. Deze schade bestaat uit de kosten van de begrafenis en anderzijds uit de schade die ontstaat door het wegvallen van de bijdrage die de overleden persoon levert aan het huishouden. De aansprakelijke partij betaalt een vergoeding voor de financiële en de fysieke bijdragen die wegvallen door het overlijden.
Verschil letselschade en overlijdensschade
Voorop gesteld moet worden dat overlijden, het verdriet om het verliezen van een naaste, maar ook de gederfde levensvreugde bij letselschade zich niet laten uitdrukken in geld. Ook is het naar Nederlands recht zo dat alleen de gedupeerde zelf recht heeft op een letselschadevergoeding. Derden hebben alleen een vorderingsrecht als zij kosten hebben gemaakt voor de gekwetste. Bij overlijdensschade is dit in principe niet anders. In artikel 6:108 BW is een voorziening opgenomen voor schade die een bepaalde groep naasten lijdt door het wegvallen van de overledene. Zowel het aantal vorderingsgerechtigde partijen als de te vorderen schadeposten worden beschreven. Dit is een limitatieve opsomming.
Wie komt in aanmerking voor een overlijdensschadevergoeding?
Op grond van de wet (artikel 6:108 BW) komt de volgende personen een schadevergoeding voor overlijdensschade toe:
- De wettige echtgenoot en de minderjarige kinderen van de overledene;
- Andere bloed- of aanverwanten van de overledene. Bijvoorbeeld meerderjarige kinderen waarvoor het slachtoffer ten tijde van het overlijden voorziet in hun levensonderhoud;
- Samenwonenden van de overledene, met de eis dat zij met de overledene hebben samengewoond en de overledene geheel of gedeeltelijk in hun onderhoud heeft voorzien en de voortzetting van het samenwonen zeer waarschijnlijk was en de nabestaanden redelijkerwijs niet in staat zijn zelf in hun eigen onderhoud te voorzien. Daarbij is mede van belang of de overleden persoon kostwinnaar was.
Welke overlijdensschade komt in aanmerking voor vergoeding?
Ten eerste is het zo dat uitvaartkosten, de redelijke kosten van een begrafenis of crematie, worden vergoed. De kosten worden betaald aan degene die deze kosten op zich nam. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden van de overleden persoon en wordt gekeken of er een uitvaartverzekering is. Indien deze aanwezig is moeten de kosten van de begrafenis of crematie daar neergelegd worden. Indien de overledene heeft aangeven een uitvaart in het buitenland te willen, dan komen ook deze kosten voor vergoeding in aanmerking.
Voor de overlijdensschadeberekening kijken we daarnaast naar de financiële en fysieke bijdrage van de overleden persoon aan het gezin. De financiële bijdrage bestaat uit de kosten van levensonderhoud. Een deel van het gezinsinkomen valt vaak weg door het overlijden van een familielid. De fysieke bijdrage bestaat uit werk in, aan en om de woning. Bijvoorbeeld de afwas, de was, stofzuigen, het schilderen van de woning en alle andere klusjes en taken waarmee iemand bijdraagt aan het huishouden.
Affectieschade of immateriële schade
Nabestaande hebben naast vergoeding van de materiële schade tevens recht op een vergoeding voor affectieschade. Affectieschade is een vast bedrag dat nabestaanden en naasten krijgen bij overlijden of ernstig blijvend gewond raken van een naaste.
Advies van advocaat overlijdensschade
HIJINK letselschade en overlijdensschade advocaten houden de ontwikkelingen op dit vlak voor u nauw in de gaten. Ons gespecialiseerde team op het gebied van overlijdensschade kan u kosteloos bijstaan in het claimen van uw schadevergoeding. Wilt u meer weten bel geheel vrijblijvend met onze overlijdensschade advocaat, 0800 – 44 55 000. Ook kunt u onderstaand uw gegevens achterlaten zodat wij u kunnen bellen.