Een ingebrekestelling of aanmaning is een verzoek aan een wederpartij om een contractuele verplichting na te komen binnen een bepaalde termijn. Een ingebrekestelling en het verzuim van de schuldenaar dat hierdoor intreedt, is vaak noodzakelijk voor het nemen van belangrijke rechtsmaatregelen.
De vraag of een contractpartij wel of niet deugdelijk in gebreke is gesteld en daarom in verzuim verkeert, is vaak een essentiële vraag in een procedure. Het is belangrijk om een goed beeld te hebben van de juridische situatie. Voor het vorderen van een schadevergoeding, zoals een vervangende schadevergoeding of vertragingsschade en de mogelijkheid om een overeenkomst te ontbinden, moet de schuldenaar in verzuim zijn. Voor het intreden van verzuim is het versturen van een ingebrekestelling nodig.
Bij het opzeggen van een overeenkomst en het vorderen van een schadevergoeding is het noodzakelijk dat de schuldenaar in verzuim verkeert. Als een schuldenaar niet of onjuist in gebreke is gesteld, leidt dit vaak tot bijzonder onbevredigende situaties. Een partij die een overeenkomst heeft opgezegd zonder dat sprake was van verzuim is bijvoorbeeld niet bevoegd om de overeenkomst te ontbinden en heeft ook geen recht op vergoeding van bepaalde soorten schade. De gevolgen van het niet versturen van een aanmaning kunnen dan ook zeer groot zijn.
Geen ingebrekestelling nodig
Met een ingebrekestelling komt de schuldenaar in verzuim. Om verzuim in te laten treden is niet altijd een aanmaning nodig. Gevallen waarin een ingebrekestelling versturen niet nodig is, zijn:
- Als nakoming blijvend onmogelijk is;
- Bij een prestatie waaraan een termijn is verbonden treedt verzuim in nadat de overeengekomen termijn ongebruikt is verstreken;
- Een ingebrekestelling is ook niet nodig als het een vordering betreft uit onrechtmatige daad (6:162 BW) of een schadevergoeding wegens wanprestatie;
- Ook als uit een mededeling van de schuldenaar blijkt dat hij niet zal nakomen, is een aanmaning niet noodzakelijk om verzuim in te laten treden.
In veel gevallen is niet duidelijk of het versturen van een aanmaning nodig is. In die gevallen is het altijd verstandig voor de zekerheid een aanmaning te versturen.
Inhoud ingebrekestelling
Welke eisen worden er gesteld aan een ingebrekestelling:
- De aanmaning moet schriftelijk zijn. Een mondelinge ingebrekestelling is onvoldoende;
- De verplichting van de schuldenaar moet worden omschreven met de mededeling dat deze niet wordt nagekomen;
- Om onduidelijkheid te voorkomen is het altijd verstandig om letterlijk in de brief op te nemen dat het een ingebrekestelling betreft en dat u de schuldenaar in gebreke stelt;
- In de brief wordt een redelijke termijn gesteld waarbinnen alsnog kan worden nagekomen. De termijn is meestal 14 dagen. In specifieke gevallen kan een redelijke termijn langer of korter zijn;
- Ook een aanspraak op buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente kan in de brief worden opgenomen;
- Naast aanspraak op wettelijke rente en BGK kan de aanmaning tevens een aansprakelijkstelling bevatten. U geeft dan in uw brief aan dat u uw schuldenaar aansprakelijk stelt voor schade;
- Een aanmaning bevat ook vaak een aankondiging dat een procedure bij een rechtbank wordt gestart als niet aan de aanmaning wordt voldaan.
Verstuur een ingebrekestelling altijd per aangetekende post. Dit voorkomt dat u niet kunt bewijzen dat u een ingebrekestelling verstuurde.
Advies en bijstand
Het belang van de ingebrekestelling kan niet genoeg benadrukt worden. Bij een contractueel geschil, bijvoorbeeld een conflict met een leverancier of afnemer, is zorgvuldig handelen van groot belang. Deskundig advies van een advocaat helpt u problemen te voorkomen en uw recht te halen. Bel 0800-4455000 voor het maken van een afspraak of voor vragen over onze dienstverlening.