De huurder is aansprakelijk voor schade aan de verhuurde zaak die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst (art. 7:218 lid 1 BW).
Schadeplicht in het huurrecht kan zowel voor de huurder als de verhuurder ontstaan. Daarbij verdient opmerking dat de huurder tegenover de verhuurder op gelijke wijze aansprakelijk is voor de gedragingen van:
- degene die met zijn goedvinden het gehuurde gebruikt of;
- degene die zich met goedvinden van de huurder daarin bevindt.
De schade die is veroorzaakt aan een huurwoning door onzorgvuldig handelen van een van de gezinsleden van de huurder, een bezoeker of een onderhuurder zien we daarom als schade die is veroorzaakt door het onzorgvuldig handelen van de huurder zelf.
Schadevergoeding huurder
De huurder is alleen aansprakelijk voor schade die voortkomt uit een oorzaak die hem is toe te rekenen. Ontstaat schade door overmacht dan is de huurder niet aanspakelijk voor de schade.
Ook schiet de huurder niet tekort als hij – zonder toestemming – veranderingen en toevoegingen aanbrengt in of aan het gehuurde, die aan het einde van de huurovereenkomst of huurperiode zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt en verwijderd kunnen worden. Als door de verhuurder of de kantonrechter toestemming is verleend om aan het gehuurde veranderingen aan te brengen, is de huurder daarvoor niet schadeplichtig geworden. De veranderingen kunnen dan niet worden aangemerkt als schade of beschadiging.
Tot slot is de huurder niet aansprakelijk voor grote gebreken en herstellingen die niet uit een onzorgvuldig handelen van de huurder voortvloeien. Dit kan anders zijn bij verhuur van een bedrijfsruimte waarbij het herstel contractueel voor rekening van de huurder is gebracht.
Schadeplicht onzorgvuldig handelen huurder
Waarop ziet de aansprakelijkheidsbepaling van art. 7:218 lid 1 BW dan wel?Denk bijvoorbeeld aan schade die is veroorzaakt door het onzorgvuldig handelen van de huurder (of diens gezinsleden, bezoekers en / of onderhuurders). Ook is de huurder onder omstandigheden schadeplichtig indien kleine herstel werkzaamheden niet worden uitgevoerd of als de huurder onbevoegd veranderingen en toevoegingen aanbrengt aan het gehuurde. De verhuurder kan de huurder hiervoor aansprakelijk stellen en vorderen dat de schade wordt hersteld of de ongeoorloofde verandering wordt verwijderd.
Bewijs schade huurwoning door huurder
De wet geeft ook een bewijsregel (art. 7:218 lid 2 BW). De wet stelt dat alle schade aan de binnenzijde van het verhuurde pand wordt vermoed te zijn ontstaan door een tekortkoming van de huurder. De huurder moet dus alle schade aan de binnenzijde van het gehuurde gebouw vergoeden of herstellen, behalve als de huurder bewijst dat die niet het gevolg is van een tekortkoming van zijn kant. Om deze reden is het verstandig bij het aangaan van de huurovereenkomst een opname te maken van de staat van de gehuurde woon- of bedrijfsruimte.
Deze bewijsregel geldt niet voor schade aan de buitenkant van het gehuurde gebouw. De verhuurder die stelt dat de huurder daarvoor aansprakelijk is, moet de aanspakelijkheid aan het gehuurde op grond van de normale procesregels bewijzen. Om onduidelijkheden te voorkomen over de vraag of een gebrek of beschadiging al bij aanvang van de huur aanwezig was, bepaalt de wet dat de huurder vermoed wordt het gehuurde in onbeschadigde toestand te hebben ontvangen (art. 7:218 lid 3 BW).
Hulp en advies bij huurrecht
Heeft u een vraag over aansprakelijkheid en schadevergoeding op basis van een huurovereenkomst? Bel voor advies naar 0800 44 55 000. Onze huurrecht advocaat maakt graag een afspraak met u in Nijmegen of Arnhem.