Dat een confrontatie niet onverhoeds en niet onvermijdelijk was, betekent na een gewelddadig misdrijf niet dat er geen recht bestaat op een vergoeding voor shockschade.
De Hoge Raad verduidelijkte onlangs wanneer er recht bestaat op een vergoeding voor shockschade. In een recent arrest bepaalde de Hoge Raad dat een confrontatie niet onverhoeds of onvermijdelijk hoeft te zijn als er sprake is van een confrontatie van familieleden met de gevolgen van een ernstig misdrijf waarbij zeer ernstig letsel is toegebracht.
Onverhoeds en onvermijdelijk bij shockschade
Shockschade is een vergoeding voor schade die ontstaat als een naaste geconfronteerd wordt met het gewond raken of overlijden van een geliefde. Om vast te stellen of de dader/aansprakelijke partij onrechtmatig handelde ten opzichte van de naaste van het (oorspronkelijke) slachtoffer kijken we volgens de Hoge Raad onder andere naar:
- De aard, toedracht en gevolgen van de handeling waarbij het primaire slachtoffer gewond raakte of overleed, de intentie van de dader en de aard en ernst van het leed van het primaire slachtoffer;
- De manier waarop het slachtoffer met het ongeval van de naaste is geconfronteerd: Was de naaste fysiek aanwezig? Was de confrontatie zeer plotseling/onverhoeds? Moest het slachtoffer bedacht zijn op een schokkende gebeurtenis?;
- De aard en hechtheid van de relatie tussen het slachtoffer en de naaste. Als een nauwe relatie ontbreekt zal niet snel onrechtmatigheid worden aangenomen.
Shockschade door confrontatie in mortuarium
Na een zeer gewelddadig misdrijf zien de ouders en zussen het lichaam van hun overleden geliefde in een mortuarium. Het lichaam is in vergaande mate verminkt. De familieleden herkennen alleen de handen van de overledene. De ouders en twee zussen van het slachtoffer lopen door de confrontatie alle vier PTSS op. Een van de zussen heeft daarnaast last van depressieve episodes en de ander van een angststoornis. Deze aandoeningen zijn door een dokter vastgesteld.
Onverhoedse en onvermijdelijke confrontatie geen vereiste voor shockschade
De Hoge Raad oordeelt dat het in dit geval niet van belang is of de confrontatie onverhoeds en onvermijdelijk was. De toedracht van het bewezenverklaarde (wat er is gebeurd), het op het slachtoffer toegepaste geweld en de directe familieband zijn voldoende om de onrechtmatigheid vast te stellen. Nu de dader onrechtmatige handelde ten opzichte van de familieleden bestaat er recht op een vergoeding voor shockschade.
Belang uitspraak
De Hoge Raad verwijst naar de feiten van de zaak bij het vaststellen van de onrechtmatigheid. Het gebruikte geweld speelt in deze zaak dus een grote rol. De manier waarop iemand gewond raakt en de ernst van de verwondingen zijn daarom belangrijk voor het recht op shockschade. In het geval van een ongeluk kan mogelijk wel van belang zijn of de confrontatie onverhoeds en onvermijdelijk is.
Bron: rechtspraak.nl