Schadebegroting bij bijtincident hond

Schadebegroting bij bijtincident hond: Voor honden geldt risicoaansprakelijkheid. De eigenaar van de hond is daarom aansprakelijk voor de schade die een hond veroorzaakt. In een recente procedure bij de rechtbank Amsterdam beoordeelt de rechter de aansprakelijkheid voor het doodbijten van een andere hond en de hoogte van de schadevergoeding.

De bezitter van een hond is op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk voor de schade die het dier aanricht. In deze zaak gaat hem om de schadeclaim van de eigenaar van een dood gebeten hond. De aansprakelijk gestelde persoon is de eigenaar van een Amerikaanse Stafford. Deze hond van plusminus 30 kilo beet in 202 een veel kleinere Pomeriaan dood. Dat het bijten de doodsoorzaak was stelt de rechter vast op grond van de medische informatie.

Risico aansprakelijkheid bij bijtincident hond

Voor honden geldt zogenaamde risico aansprakelijkheid. De bezitter van het dier betaalt de schade die het dier veroorzaakt. De persoon die schade lijdt, hoeft daarom alleen aan te tonen hoe de schade is ontstaan. De rechter stelt op grond van de medische informatie van de dierenarts en het dierenziekenhuis vast dat de hond overleed door het bijtincident. De rechter stelt daarom vast dat de bezitter van de Amerikaanse Stafford aansprakelijk is voor de schade:

‘Artikel 6:179 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een bezitter van een dier (degene die het dier voor zichzelf houdt, meestal de eigenaar) aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade, tenzij de aansprakelijkheid op grond van de eerste afdeling van de derde titel van boek 6 BW zou hebben ontbroken als hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad.’

Schadebegroting bij bijtincident hond, Rechtbank Amsterdam 19 januari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:320

Eigen schuld bij bijten door hond

Als we vaststellen dat er een verplichting bestaat om schade te betalen, dan is de volgende stap het vaststellen van de eigen schuld. De eigen schuld is de mate waarin de eisende partij zelf bijdroeg aan het ontstaan van de schade. Als er sprake is van eigen schuld betaalt de aansprakelijke hondenbezitter slechts een deel van de schade. In dit geval is er volgens de rechter geen sprake van eigen schuld. Ook als de kleinere hond dichtbij de grote hond is gekomen, is er geen sprake van eigen schuld. De aanval kwam vanuit de grote hond. De eigenaar van de grotere hond is daarom verplicht om alle schade te betalen die door het bijtincident ontstond:

‘Anders dan [gedaagde] heeft aangevoerd, is er geen sprake van eigen schuld van [eiser]. Partijen hebben gediscussieerd over een aantal feitelijke omstandigheden, zoals de vraag of [naam hond 1] zou hebben losgelopen en waar precies op straat de aanval zou hebben plaatsgevonden. Deze discussie behoeft geen nadere beoordeling. Vast staat dat de aanval vanuit [naam hond 2] kwam (een grotere sterke hond ten opzichte van een klein hondje). Van enige (noodzakelijke) ‘verdediging’ was geen sprake. Ook al zou [naam hond 1] uit zichzelf, niet aangelijnd, te dichtbij zijn gekomen – wat [eiser] gemotiveerd betwist – dan nog vormt dit geen rechtvaardiging voor een aanval door [naam hond 2] . Waar op straat dit precies is gebeurd, is ook niet relevant.’

Schadebegroting bij bijtincident hond: medische kosten, crematiekosten en aanschafprijs hond

De gebeten hond is behandeld door de dierenarts en vervolgens opgenomen in een dierenziekenhuis. Na het overlijden van de hond heeft de eigenaar de hond laten cremeren. De eigenaar van de hond vraagt om vergoeding van deze kosten. Daarnaast wil de eigenaar een vergoeding voor de aanschafkosten van de hond. In totaal bedraagt de vordering € 7876,53. De rechter vindt de gemaakte medische kosten redelijk. Ook de crematiekosten worden toegewezen. De aanschafprijs van de hond was € 1.800,–. Omdat de hond bij het overlijden 4 jaar oud was, begroot de rechter de waarde van de hond op € 1.200,–. De eigenaar van de doodgebeten hond heeft daarom recht op een schadevergoeding van € € 7.276,53:

‘De medische kosten zijn niet buitensporig of onnodig gemaakt. Ook de crematiekosten komen voor toewijzing in aanmerking. Het gaat om schade die [eiser] nu leidt. Er is wel aanleiding om de vergoeding van de kosten van de aankoop van [naam hond 1] , die op het moment van overlijden 4 jaar oud was, naar beneden bij te stellen. De kantonrechter sluit zich op dat punt aan bij de begroting van [gedaagde] en zal de schade begroten op € 1.200,00. Dat betekent dat in totaal een bedrag van € 7.276,53 toewijsbaar is.’


Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Amsterdam 19 januari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:320

Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

Bekijk onze database

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
HIJINK Advocaten