Wanneer is een voetganger onvoldoende voorzichtig? – Een fietser en een voetganger botsen op een fietspad. De fietser raakt gewond en stelt de voetganger aansprakelijk. De rechter beoordeelt of de fietser recht heeft op een schadevergoeding na een aanrijding met een voetganger op het fietspad.
De rechter oordeelt in deze zaak dat de voetganger geen verwijt kan worden gemaakt en niet aansprakelijk is voor de letselschade van de gevallen fietser.
Als een voetpad ontbreekt, mogen voetgangers op het fietspad lopen. De wet bepaalt niet aan welke kant van de weg voetgangers moeten lopen. Wel staat er in de wet dat voetgangers aan de zijkant van de weg moeten lopen. De aanrijding vindt plaats op een fietspad. De fietsers zegt dat de voetganger niet te zien was in het donker. De voetganger zegt dat het schemerig was en niet donker. Bovendien stelt de voetganger dat zij met de zaklamp van haar mobiele telefoon op het fietspad scheen. Hoe donker het precies was, blijft onduidelijk. De rechter vindt dat de voetganger niet onvoorzichtig is geweest, daarom wordt de schadeclaim afgewezen.
Gratis rechtsbijstand van een letselschade advocaat
Start vandaag uw schadeclaim. Neem contact op voor gratis rechtshulp. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het contactformulier onderaan deze pagina in.
Wanneer is een voetganger onvoldoende voorzichtig?
Na een aanrijding tussen een fietser en voetganger beoordelen we welke gedragingen bijdroegen aan het ontstaan van het ongeval. De eiser van een schadevergoeding moet aantonen dat er een wettelijke grondslag is voor de schadeclaim. In dit geval verwijt de fietser de voetganger dat deze op het fietspad liep, zeer slecht zichtbaar was en aan de rechterzijde (met het verkeer mee) liep.
Lopen op het fietspad
Voetgangers mogen alleen bij afwezigheid van een voetpad op het fietspad lopen. De rechter stelt vast dat er ter plaatse geen voetpad is. Het lopen op het fietspad is in dit geval dus toegestaan:
‘Omdat een fietspad ontbrak, was [verweerster] op grond van artikel 4 lid 2 Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) verplicht gebruik te maken van het fietspad. Dit heeft zij ook gedaan.’
Onverlicht op fietspad lopen
Het voeren van verlichting is niet verplicht voor voetgangers. De rechter bepaalt dat de voetganger geen fouten heeft gemaakt door geen verlichting te voeren. In dit geval is onduidelijk hoe donker het was. Partijen verschillen hierover van mening en bewijs ontbreekt. Verlichting is niet verplicht voor voetgangers, maar deelnemen aan het verkeer zonder zichtbaar te zijn, kan wel degelijk verwijtbaar zijn. Dit geldt zeker voor situaties waar weggebruikers minder rekening hoeven te houden met de aanwezigheid van een voetganger. De mate van voorzichtigheid en de veiligheidsmaatregelen die we moeten nemen, zijn namelijk afhankelijk van de kans op een ongeluk:
‘Dat [verweerster] – zoals [verzoeker] heeft aangevoerd – in het donker geen verlichting heeft gevoerd (hetgeen overigens van de zijde van [verweerster] is betwist), kan ook niet tot een ander oordeel leiden. Dit is erin gelegen dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor een voetganger om verlichting te voeren als het donker is.’
Aan rechterkant van fietspad lopen niet onvoorzichtig
Voetgangers zijn niet verplicht om aan een bepaalde kant van de weg te lopen. De rechter oordeelt daarom dat aan de rechterkant van de weg met het verkeer mee lopen niet onvoorzichtig is. De rechter benoemt ook nog dat de voetganger geen onverwachte bewegingen maakte voor de aanrijding:
‘De rechtbank is op grond van voorgaande van oordeel dat de keuze die [verweerster] heeft gemaakt om aan de rechterzijde van het fietspad te lopen dan ook niet als onvoorzichtig of gevaarzettend kan worden aangemerkt. Niet gesteld of gebleken is voorts dat [verweerster] bijzonder onvoorzichtig is geweest door plotseling in het midden van het fietspad te gaan lopen of een andere manoeuvre te maken en dat daardoor de val zou zijn veroorzaakt.’
Voetganger is niet onvoorzichtig geweest
De rechter concludeert dat de voetganger geen verwijt kan worden gemaakt. De bewijslast hiervoor ligt bij de eisende partij, de fietser. De fietser kon geen bewijs leveren van een fout van de wandelaar. De fietser moest volgens de rechter rekening houden met voetgangers op het fietspad:
‘De rechtbank ziet dan ook niet in dat [verweerster] anders had moeten handelen dan zij in dit geval heeft gedaan. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het tussen partijen gevoerde debat niet worden vastgesteld dat [verweerster] een verwijt kan worden gemaakt. Het had – ook in het donker – op de weg van [verzoeker] gelegen om rekening te houden met andere verkeersdeelnemers op het fietspad en in zijn gedrag daarop te anticiperen.’
Zichtbaarheid voetganger op donker fietspad
In andere uitspraken wordt wel rekening gehouden met de zichtbaarheid van een voetganger op het fietspad. Bijvoorbeeld bij een schadeclaim na een aanrijding tussen een fietser en een voetganger op een schemerig fietspad. De rechter verweet de voetganger in dat geval dat rekening moet worden gehouden met de zichtbaarheid op een schemerig fietspad buiten de bebouwde kom. In de zaak die ten grondslag ligt aan deze uitspraak is onduidelijk of de voetganger verlichting voerde en hoe donker het precies was. Mogelijk was de voetganger wel aansprakelijk geweest voor een deel van de schade als de fietser kon aantonen dat de voetganger inderdaad slecht zichtbaar was.
Gratis rechtsbijstand van een letselschade advocaat
Start vandaag uw schadeclaim. Neem contact op voor gratis rechtshulp. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Nederland 8 maart 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2736